iStock-2186872091.jpg Steeds meer Nederlanders hebben moeite om de boodschappen te betalen. De prijzen in de supermarkten worden onder meer opgedreven door hogere kosten voor lonen, energie, huur en grondstoffen, en ook misoogsten en geopolitieke spanningen spelen een rol.

Aandacht voor alsmaar duurdere boodschappen groeit

DEN HAAG – Een samenkomst van supermarktorganisaties, levensmiddelenfabrikanten en de commissie van Economische Zaken heeft tot nog meer vragen geleid over de alsmaar duurder wordende boodschappen.

Lisa van der Linden |

Het vingerwijzen van enerzijds Albert Heijn, Jumbo en Lidl en anderzijds Unilever, Nestlé en Hak naar elkaar over de verantwoordelijkheid van de stijgende prijzen, was de rode draad tijdens het gesprek. Met als klap op de vuurpijl een betoog van Everest-topman Gianluigi Ferrari: “Het is fake dat supermarkten zelf de prijzen bepalen.”

Stijgende grondstofprijzen, loonkosten, huurprijzen en andere zaken hebben invloed op de prijs die consumenten in de supermarkt betalen voor hun boodschappen. Van een kwartje meer voor een pak melk tot een paar cent voor het dagelijkse fruit: het maakt niet uit in welke categorie je begint met prijzen vergelijken, aan het eind van de rit komt het erop neer dat alle producten een prijsstijging hebben doorgemaakt de afgelopen jaren. Voor veel huishoudens wordt het dan ook steeds lastiger om de normale boodschappen te betalen en daar trekt het kabinet een grens. De commissie van Economische Zaken is op donderdag 10 april bijeengekomen met Albert Heijn, Jumbo, Lidl, Unilever, Nestlé, Hak, inkooporganisatie Everest en retailkenner Laurens Sloot. Het doel? Meer inzicht krijgen in hoe de prijzen worden bepaald en zoeken naar een oplossing, zodat betaalbaar boodschappen doen weer voor iedereen in Nederland mogelijk wordt.
Wat waren de opvallendste punten? Levensmiddelenkrant zet de highlights voor je op een rij, aan de hand van reacties, input van experts en de bijeenkomst in Den Haag.

Oorzaak gestegen prijzen
De reguliere prijsstijging binnen supermarkten is opvallend. Die komt neer op ongeveer 30% in vijf jaar tijd. Henk Hofstede, sector banker Retail bij ABN Amro, licht dit toe. “Deze stijging is voornamelijk te wijten aan verhoogde productiekosten, oftewel inkoopkosten van supermarkten bij hun leveranciers. De oorlog in Oekraïne heeft deze prijsstijging verder versneld. Daarnaast kampen supermarkten met aanzienlijk gestegen loon-, energie-, transporten huurkosten. Deze kosten zijn in de afgelopen jaren deels doorberekend aan de eindconsument, hoewel Nederlandse supermarkten nog steeds goedkoper zijn dan die in omringende landen.”
De FNLI sluit zich hierbij aan: “Een belangrijke oorzaak voor de gestegen prijzen van boodschappen zijn de gestegen grondstofprijzen, als gevolg van onder andere mislukte oogsten door klimaatverandering en onzekerheden die samenhangen met de geopolitieke situatie. Ook stijgen lonen en is energie veel duurder geworden, wat heeft geleid tot hogere productiekosten voor producenten.”
In de bijeenkomst in Den Haag gaf Constantijn Ninck Blok, directeur Merchandising & Formats bij Albert Heijn, aan hoe deze formule stijgende prijzen voor klanten probeert te voorkomen. “Dit doen we op veel manieren. Uiteraard zo scherp mogelijk inkopen. Deels absorberen we de kostenstijgingen zelf en dat zien we terug in de druk op onze marges. Helaas zijn in de huidige markt prijsstijgingen soms onvermijdelijk.”
Tom Heidman, sinds 1 april interim-ceo van Jumbo, gaf ook zijn visie op de prijsstijgingen: “Vandaag hebben we het over prijsstijgingen en ik moet u zeggen dat ik dus al bijna 40 jaar in dit vak zit. Maar de inflatie van de laatste drie jaar heb ik nog nooit meegemaakt. De hoge inflatie begon na de pandemie en is met name in 2022 heel hoog geweest, heeft zich iets verminderd in 2023 en 2024, maar heeft zich doorgezet.”
Bij Lidl zit de vork iets anders in de steel, aangezien 90% van alle producten eigen merk betreft. Daarmee kan de discounter boodschappen betaalbaar houden, maar ook hij heeft te maken met stijgende kosten. “We moeten opmerken dat er de laatste jaren druk is komen te staan op de verkoopprijzen en we weten allemaal vanuit welke hoek dat is ontstaan. Grondstoffen, transport, energie, misoogsten, geopolitieke ontwikkelingen. Het zijn allemaal zaken waar we met elkaar mee te maken hebben. Dat raakt ons en dat meen ik oprecht”, zei Peter de Roos, sinds deze maand algemeen directeur bij Lidl.

"Vingerwijzen zorgt voor nog grotere zorgen bij Tweede Kamerleden"

Inkoopprijzen
De vraag van de middag is: wat staat ons nog te wachten als het om prijsstijgingen gaat? Het was voor de Kamerleden niet te vatten. De Roos: “Het is moeilijk te voorspellen hoe het morgen is. De handel is onvoorspelbaar.” Daar sloten Heidman en Ninck Blok zich bij aan.

Ook de levensmiddelenfabrikanten Unilever, Nestlé en Hak waren uitgenodigd in Den Haag. Nicole Freid, ceo van Hak, gaf meteen duidelijkheid over de consumentenprijs: “Ik begrijp dat er veel vragen zijn rondom de voedselprijzen. Maar Hak bepaalt niet de consumentenprijs. Dat mogen wij niet en doen wij dus ook niet. En belangrijk om te zeggen is ook dat het niet alleen gaat om de laagste prijs voor de eindklant. Wij willen ook dat de boeren en telers een goede boterham verdienen. Uiteindelijk moeten we de koek in de keten eerlijk verdelen.”
Jesse Klaver (GroenLinks) betoogde dat de supermarkten zeggen dat er diverse inkoopprijzen per landen zijn en vraagt om verduidelijking. Joost Houben, head of sales Netherlands bij Unilever, gaf toelichting: “Het klopt als je naar de factuurprijs per product kijkt en geen rekening houdt met additionele facturen, zoals promoties. Dit is een mechanisme dat de retailer gebruikt om ons mee te laten betalen aan het runnen van hun winkeloperatie. In Duitsland is de marktdynamiek heel anders. Daar worden de promoties betaald door de retailer en hier in Nederland moet de fabrikant dat doen.”
Rob Trompetter, cfo Netherlands and Belgilux bij Nestlé, viel hem bij: “Ik bevestig wat Houben zegt. Als je naar de netto-inkoopprijs kijkt zonder promoties, dan zijn er zeker verschillen.”

Vergelijken
Diverse Kamerleden hebben voor de vergadering een rondje door de supermarkt gemaakt en prijzen vergeleken met de buurlanden. Zo heeft Jesse Klaver zonnebrandcrème ingeslagen en Pieter Omtzigt deodorant voor een actieprijs. Hoewel de prijsverschillen duidelijk waren, vroeg Houben waar deze producten precies zijn ingekocht. Zo is Omtzigt naar de DM-Drogerie in Duitsland en Albert Heijn in Nederland geweest. “Ik ben blij dat je de deodorant in de promotie hebt gekocht, maar het geeft een verkeerd beeld om een product van DM-Drogerie te vergelijken met Albert Heijn. DM is vergelijkbaar met Action, waar de prijzen significant lager liggen. In Duitsland moet je naar Rewe om een goed beeld te krijgen van de prijsverschillen tussen Nederland en Duitsland”, aldus Houben.

Fake
Tot slot het gesprek tussen de Kamerleden, Everest-ceo Gianluigi Ferrari en retailexpert Laurens Sloot. Met name de uitspraken van Ferrari vielen op. Hij legde de Kamerleden uit dat Everest eigenlijk hetzelfde doet als dat zij tijdens het gesprek hebben gedaan: ze kijken naar producten in verschillende landen en vragen de fabrikanten om een uitleg over de prijsverschillen. “Wat ik deze middag heb gehoord, daar zitten een hoop incomplete of foute antwoorden bij. En ik sta ervoor open om hierover te discussiëren met u”, stelde Ferrari. Hij gaf aan dat het niet de retailers zijn die de prijzen van A-merken bepalen, maar dat er een mechanisme bestaat met gesuggereerde prijzen vanuit fabrikanten. “ This is fake ”, zegt Ferrari. Daarnaast kaartte de topman aan dat het voor retailers niet mogelijk is om in de buurlanden in te kopen. De fabrikanten organiseren dat per land. “ There is no Europe for them ”, aldus Ferrari.

Politiek
Sloot koos ervoor om vanuit een helikopterview de situatie te bekijken en een conclusie te trekken: “Mijn eindconclusie is dat Nederland niet zozeer een duur land is als het gaat om de dagelijkse boodschappen bij supermarkten, maar dat betekent niet dat grensshoppen niet lonend kan zijn op een selectief assortiment aan producten. Het is aan de politiek om er zorg voor te dragen dat btw, accijnzen, sociale lasten en energiebelastingen min of meer in overeenstemming zijn met omringende landen om te voorkomen dat er te veel omzet naar het buitenland verdwijnt. Ik denk dat hier te weinig oog voor is. Als laatste wil ik nog een algemeen punt maken: de collectieve lasten zijn in Nederland sinds 2010 gestegen van ongeveer 35% naar 39% van het bbp. Daarmee is de overheid een drijvende factor geworden als het gaat om stijgende kosten voor de burger. Uiteindelijk moet dat geld in de vorm van belastingen en accijnzen worden opgehaald, en die som komt uiteindelijk terecht bij de eindconsument. In de voedings- en genotmiddelenbranche zien we bijvoorbeeld dat we te maken hebben met een relatief hoge btw en hoge accijnzen op tabak, alcohol en frisdranken. Daarnaast staan een aantal plannen in de steigers die te maken hebben met hogere CO2 belastingen en verpakkingsbelastingen. Als de politiek betaalbaarheid hoog in het vaandel heeft, zal zij de collectieve uitgavegroei moeten beperken en voorzichtiger moeten zijn in het doorvoeren van allerlei belastingverhogingen. In ieder geval moet men oog hebben voor het level playing field ten opzichte van andere EU-landen om weglekeffecten te voorkomen.

En nu?
Aan het eind van de commissievergadering bleek dat de Kamerleden met meer vragen zijn achtergebleven na bijna twee uur vingerwijzen. Hoe moet dit verder en wat is de oplossing? Hofstede heeft daar een bepaalde visie over: “Er zijn verschillende potentiële oplossingen om prijsstijgingen te mitigeren: ten eerste kan het logistieke model verder geoptimaliseerd worden, waardoor kosten en derving verminderd worden.
Schaalvergroting speelt hierbij een rol, waarbij door de inzet van AI bedrijfsprocessen verder geoptimaliseerd kunnen worden om zo de kosten verder te reduceren. Schaalvoordelen omvatten ook het bundelen van inkoopkracht om lagere prijzen te bedingen. Omdat de nettomarges voor supermarkten al dun zijn en er aanzienlijk geïnvesteerd moet worden in innovatie om toekomstbestendig te blijven, wordt er voortdurend stevig onderhandeld tussen supermarkten en leveranciers. Ook dit stimuleert efficiency bij de leveranciers.”
Daarnaast ziet Hofstede ook een taak voor de overheid, die met btw en accijnzen een belangrijk sturingsmiddel in handen heeft om boodschappen betaalbaar te houden. “De opbrengsten van belastingen komen uiteindelijk via overheidsuitgaven weer bij de burger terecht, maar aanpassingen aan deze belastingen hebben direct effect op de overheidsbegroting. Mogelijk effectiever zou zijn om door fiscale aanpassingen burgers die het ‘t moeilijkst hebben tegemoet te komen met koopkrachtverbetering, in plaats van het in te zetten als een collectief instrument. Die keuze is aan de politiek.”
Samenvattend: de eerste stap naar het betaalbaar houden van boodschappen is gezet, maar we zijn er nog lang niet.

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.