BILTHOVEN – Veel jongeren hebben nu al overgewicht. De kans dat ze op latere leeftijd ook te zwaar zijn is groot. De groep 50-plussers met overgewicht zal in de toekomst toenemen. Dat schrijft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in haar vierjaarlijkse Volksgezondheid Toekomstverkenning (VTV).
In de VTV-themaverkenning gezonde generatie 2050 onderzoekt het RIVM hoe het staat met de mentale en lichamelijke gezondheid en leefstijl van jongeren die nu tussen 12 en 25 jaar zijn en van vijftigplussers in 2050. De leeftijdsgroepen zijn gekozen, omdat bij beide generaties de maatschappelijke ontwikkelingen en grote veranderingen tijdens het leven, veel invloed hebben op hun toekomstige gezondheid en leefstijl.
Ongezonde leefstijl
Dat veel jongeren nu al overgewicht hebben baart zorgen. Jongeren hebben steeds jonger een ongezonde leefstijl. Het is volgens het RIVM bekend dat jongeren na een grote verandering in hun leven, zoals studeren of kinderen krijgen, steeds minder bewegen en zwaarder worden. Dat is altijd al zo geweest, maar op jonge leeftijd al overgewicht hebben, is zorgelijk. Overgewicht wordt ook van generatie op generatie doorgegeven via sociaaleconomische omstandigheden en leefstijlvoorkeuren.
Chronische aandoeningen
Overgewicht komt nu al bij zestig procent van de vijftigplussers voor. In 2050 zal het percentage volgens het RIVM alleen maar gestegen zijn. Hierdoor zal het aantal chronische aandoeningen die met overgewicht te maken hebben, zoals hart- en vaatziekten, ook vaker voorkomen. Meer bewegen kan voor deze groep uitkomst bieden, maar uit het onderzoek komt naar voren dat nog niet de helft van deze groep genoeg beweegt. Volgens het RIVM zal dit een grote stempel drukken op de gezondheid en het fysiek functioneren van de vijftigplussers in 2050.
Reactie Voedingscentrum
In een reactie op de Volksgezondheid Toekomstverkenning zegt het Voedingscentrum dat als de zaken niet structureel worden aangepakt, de kans reëel is dat de voorspellingen van het RIVM uitkomen. “Er ligt een heel pakket aan wetenschappelijk onderbouwde maatregelen klaar en het Voedingscentrum heeft de adviezen voor de gemeenten, alle omgevingen waarin er eten wordt aangeboden en natuurlijk voor ieder individu. Het is wel belangrijk om de uiteindelijke verantwoordelijkheid nooit bij het individu te leggen. Verreweg de meeste voedselkeuzes maken we namelijk op de automatische piloot. Al het eten om ons heen beïnvloedt onze keuzes sterk. Waar het meeste van ligt en wat makkelijk te pakken is, kiezen mensen eerder. Soms is er zelfs helemaal geen gezondere en duurzamere keuze voorhanden”, schrijft het Voedingscentrum.
Preventie
Het Voedingscentrum vindt de door het kabinet aangekondigde bezuinigingen op preventie onbegrijpelijk en pleit voor een integraal voedselbeleid dat gericht is op het individu en de eetomgeving. Ook het RIVM adviseert een standvastig beleid. “Preventie is nu eenmaal zaak van een lange adem: de effecten van maatregelen tegen bijvoorbeeld een ongezonde leefstijl zullen pas jaren later zichtbaar zijn. Verder is nodig dat de overheid duidelijke gezondheidsdoelen stelt in het beleid. Omdat veel opgaven met elkaar samenhangen, is het noodzakelijk dat ze gezamenlijk aangepakt worden, waarbij de volksgezondheid centraal staat”, staat in het rapport te lezen.
Het RIVM vraagt verder om een effectieve aanpak om inzet van iedereen. Naast de overheid moeten ook het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers hun steentje bijdragen.
Bron: Levensmiddelenkrant / Out.of.Home Shops