KvK Centrale Raad 2023-WEB-7816.jpg

Interview: Patricia Hoogstraaten: ‘Er staat ons een bijzonder jaar te wachten'

WOERDEN – Met 2023 nog vers in het geheugen blikt Patricia Hoogstraaten, directeur van het Vakcentrum, vooruit naar het nieuwe jaar. Hoewel we net een uitdagend jaar hebben afgesloten, blijft Hoogstraaten optimistisch: “Er zijn diverse scenario’s, maar allesbepalend is de komst van een nieuw parlement, een nieuw kabinet, een nieuwe Europese Commissie én een nieuw Europees Parlement.”

Lisa van der Linden |

Een compleet nieuw speelveld zit eraan te komen in 2024 en dat betekent volgens Hoogstraaten dat er niet alleen maar uitdagingen zijn, maar ook kansen. De directeur van het Vakcentrum is dit jaar begonnen met het gevoel dat 2024 nog alle kanten op kan gaan. “Het is een hele andere start dan normaal, omdat er weinig voorspelbaar is. We hebben nieuwe Kamerleden, maar nog geen regering.
Welk kabinet komt er? Geen idee. En dan hebben we in de zomer de verkiezingen voor de Europese Commissie. Die zijn heel belangrijk, want 80% van onze wetgeving wordt in Brussel bedacht. Daar gaan we dit jaar op inzetten met onze koepels. We maken duidelijk wat de impact is van de Europese verkiezingen en stimuleren om mee te doen. We kunnen nu de nieuwe Kamerleden en straks de nieuwe Europarlementariërs informeren en aangeven wat de belangen van de zelfstandig retailer zijn. Uiteindelijk zijn dit de mensen waarvoor wij hebben gekozen. Er staat ons in ieder geval een bijzonder jaar te wachten.”

Marge neemt af
Hoogstraaten vertelt over enkele thema’s die komend jaar extra belangrijk zijn. “Ik blijf optimistisch, ik werk al lang voor de branche; we hebben veel pieken en dalen gehad, maar een situatie zoals nu kan ik mij niet herinneren. We hebben helaas nog steeds te maken met hoge kosten door de inflatie. Niet alleen arbeidskosten zijn gestegen, maar ook de huur, het transport, de productie en alle andere stappen in de keten. Zodra je hoge kosten hebt, en zeker op diverse vlakken, neemt de marge af. Onlangs was de toenemende diefstal groot in de media. Tel dat boven op de gevolgen van stijgende inflatie en je hebt gewoon bijna geen marge meer over. Op een gegeven moment is het lastig om nog iets voor elkaar te krijgen.”

Hoge verwachtingen
Hoogstraaten heeft hoge verwachtingen van de nieuwe Kamerleden. “Het voordeel is wel dat Kamerleden en politici nu elke dag lezen dat de marge alsmaar minder wordt.” Dan is er ook nog de discussie rondom tabak en het komende verkoopverbod voor de supermarkten daarvan. “In beginsel is 1 juli het idee, maar we wachten nog op het advies van de Raad van State. Als de omzet van tabak wegvalt, wordt de rest van de omzet ook geraakt. Rokers moeten naar een ander dorp om hun sigaretten te halen. Daar doen ze dan gelijk hun boodschappen.”
Een vergelijkbare situatie hebben we nu in Nederland rondom de verkoop van vuurwerk: iedereen gaat naar Duitsland waar het mooier, beter en goedkoper is. “Alles bij elkaar is dat uiteindelijk de doodsteek voor winkels in de grensstreek, zeker als het tabaksverbod erbij komt”, stelt Hoogstraaten. “We blijven vechten tot het einde. Wat wij willen zien is dat de maatregelen in de Europese Unie op elkaar worden afgestemd. En dat je niet op kleine afstand iets wel of niet mag. In Nederland mag je geen tabak verkopen, maar tien kilometer in België of Duitsland wel. Er moet een gelijk speelveld komen. Dat heeft ook te maken met onze lobby tegen de territoriale inkoopbeperkingen. De inkoop hier is duurder dan bijvoorbeeld in Duitsland. Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat heeft dit opgepakt en eind vorig jaar een rapport uitgebracht”, vertelt Hoogstraaten. In het rapport van de minister staat dat Europese fabrikanten en leveranciers de ondernemers van onder andere winkels belemmeren om hun inkopen over de grens te doen. Deze territoriale leveringsbeperkingen, zoals dat heet, leiden tot hogere consumentenprijzen, een lagere winstmarge voor ondernemers en een beperkter productaanbod. De vervolgstap is dat de minister het onderwerp oppakt, zowel in Nederland als in Europa en de Benelux om tot een oplossing te komen. “We hebben dit onderwerp in ieder geval op de kaart gezet en op de agenda gekregen in de Benelux en Europa”, stelt Hoogstraaten.

"We hebben veel pieken en dalen gehad, maar een situatie zoals nu kan ik mij niet herinneren"

Politici overtuigen
Het Vakcentrum gaat dit jaar eveneens meer aandacht vragen voor oplossingen om maatregelen meer op elkaar te laten aansluiten. “Het kost allemaal tijd: witwasmaatregelen van de banken, een rechtspersoon wijzigen, de registratie van UBO’s. Allemaal kleine dingen die voor bergen werk zorgen, alles moet je controleren. Net als dat je tegenwoordig moet bijhouden waar medewerkers vandaan komen, vanwege de CO2-uitstoot. Het is onbegrijpelijk! Dat is toch niet te doen als je vijftig man hebt rondlopen? En dat in het kader van duurzaamheid.
Daar moeten oplossingen voor komen. Het Vakcentrum wil politici overtuigen om breder te kijken dan alleen een subonderwerp. Denk aan een dorp waar voornamelijk ouderen zonder auto wonen, en dan moet de supermarkt daar noodgedwongen verdwijnen. Realiseren politici zich dat? Er moet in de besluitvorming worden gekeken naar alle effecten.”
Het positieve hiervan is dat consumenten zich hier wel bewust van zijn en massaal meedoen aan de Super Steun-acties van het Vakcentrum. In de campagne van deze belangenbehartiger spreken consumenten hun steun uit voor de lokale zelfstandig supermarktondernemer om zijn belang nog eens te benadrukken bij politici. Ook dit jaar gaat hier weer veel aandacht naartoe vanuit het Vakcentrum om het bewustzijn in Den Haag te vergroten.

'Wat wij willen zien is dat de maatregelen in de Europese Unie op elkaar worden afgestemd'

CSRD-richtlijn
Breder nadenken is niet alleen een speerpunt voor Den Haag, maar ook voor Brussel, vindt Hoogstraaten. “Daar waar overheden wél meedenken, moet het breder. Neem bijvoorbeeld de CSRD-richtlijn: het rapporteren over duurzaamheidsacties. Dat is voor het grootwinkelbedrijf al een grote last, want je moet van elk product de duurzaamheid binnen de hele keten in kaart brengen. Maar, stelt Brussel: mkb’ers hoeven dat niet. Echter, de grote bedrijven moeten rapporteren over alle partners in de keten en daar zijn de mkb’ers ook onderdeel van. Dus raakt het de mkb’ers alsnog. Dit is een uitermate mooi voorbeeld om te zeggen: kijk eens verder dan je neus lang is.”

Flexibiliteit
Toch zijn er ook leuke ontwikkelingen, aldus de directeur van het Vakcentrum. “We zijn de afgelopen periode bezig geweest met een rapport over flexibiliteit op de winkelvloer. Jonge medewerkers hebben daar behoefte aan, maar tot op heden wil de overheid daar niet in meegaan. We willen dit onder de aandacht brengen, de wet- en regelgeving moet studenten en scholieren niet belemmeren in hun bijbaantjes. Dit is een onderwerp dat we gaan bespreken met de minister van Sociale Zaken, want het gaat hier om een langetermijnvisie.”
Een ander positief punt dat Hoogstraaten noemt is dat de Europese Commissie heeft aangekondigd dat de komende tijd de administratieve lasten met 25% worden verminderd. “We kunnen sceptisch zijn, maar het zijn toch kansen de komende zes maanden.” Daarnaast zet het Vakcentrum de ZO2Z-winnaars actief in: zo is Froukje Mulder, winnaar van 2023, onlangs op bezoek geweest bij Mark Rutte. En de provinciewinnaars bezoeken de commissarissen van de Koning van hun eigen provincie. “Daar kunnen zij hun verhaal neerleggen en aankaarten wat belangrijke onderwerpen zijn. Om op die manier ook op provinciaal niveau beweging te realiseren”, vertelt Hoogstraaten.

Evaluatie
De Franchisewet bestaat inmiddels drie jaar en bij aanvang is besloten om in het vijfde jaar te evalueren. “We gaan komend jaar in kaart brengen hoe de wet in de praktijk uitpakt en waar nog verbeteringen mogelijk zijn. Op die manier kunnen we ons goed voorbereiden op de evaluatie in 2025. We zien steeds meer franchisenemers bij het Vakcentrum voorbijkomen die willen meedenken. Dat komt voort uit die Wet franchise: je komt meer samen en staat niet meer als eenling in het spel. Vorig jaar november hebben we al zo’n 30 franchisenemersverenigingen uit heel verschillende branches bij elkaar gebracht. In 2024 willen we nog meer franchisenemers verenigen, alle koppen bij elkaar. Dat is goed voor de positie van zelfstandig ondernemers”, blikt Hoogstraaten vooruit.

Nieuwe omgeving
Kortom, genoeg om in 2024 mee aan de slag te gaan. “Er zijn diverse scenario’s, maar allesbepalend is de komst van een nieuw parlement, een nieuw kabinet, een nieuwe Europese Commissie én een nieuw Europees Parlement”, zegt Hoogstraaten tot slot. “Een heel nieuwe omgeving maakt dat wij weer volop kans hebben om als branchevereniging de belangen van onze leden weer goed onder de aandacht te brengen.”

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.