section1_page4_article11_2.jpg

Interview: Winkels Boon’s Markt behalen minimale omzetverhoging van 25% na ombouw MCD

DORDRECHT – Dit jaar bestaat Boon’s Markt, opvolger van MCD en onderdeel van Boon Food Group, tien jaar. Bij de retailer is veel ruimte voor lokaal ondernemerschap. Hoe kenmerkt de formule zich verder? Welke ruimte krijgen ondernemers en bedrijfsleiders op de winkelvloer? En wanneer worden de laatste MCD-winkels omgebouwd? We spreken erover met Willem Boon, commercieel directeur bij de retailer.

Janneke Vermeulen |

De formule Boon’s Markt komt voort uit MCD, hoe is die omschakeling tot stand gekomen?
“Het doel was in eerste instantie om MCD eens goed tegen het licht te houden en te bepalen hoe we de formule klaar konden stomen voor de toekomst – de herijking van MCD was al even geleden. Maar uiteindelijk kwam van het een het ander en werden de initiële plannen groter. Toen hebben we besloten om een nieuwe formule te lanceren; in 2013 zagen de eerste Boon’s Markten het levenslicht. Een belangrijk aandachtspunt bij de herijking was: hoe zet je in een digitaliserende wereld een plek neer waar klanten graag komen? Ons antwoord daarop is onder andere het versplein: een centrale plek op de winkelvloer waar klanten op haastige momenten terechtkunnen voor kant-enklare producten en gerechten. In het weekend is het versplein een belevingsplek waar klanten kunnen ruiken en proeven en waar demonstraties en proeverijen worden gehouden.
Inmiddels hebben we 41 winkels, waarvan 25 onder een van de Boon’s formats: Boon’s Markt, de wat kleinere Boon’s Dagmarkt en Boon’s Pitstop. Die laatste bevinden zich op hightrafficlocaties. Zo’n 40% van onze winkels wordt gerund door franchisers.”

Vorig jaar besloot een aantal oude Coop-ondernemers, die vanwege de fusie tussen Plus en Coop op zoek moesten naar een nieuwe formule, zich aan te sluiten bij Boon. De keuze voor Plus was misschien logischer geweest. Wat trekt hen zo aan in Boon, denkt u?
“Daar kunnen heel verschillende redenen voor zijn. In één geval mocht van kartelwaakhond ACM de winkel niet overstappen op Plus vanwege mogelijke concurrentieproblemen.
Het kan ook zo zijn dat een ondernemer zelf vindt te dicht bij een andere Plus-winkel te zitten. Maar ik denk dat een belangrijke overweging voor deze ondernemers is geweest dat zij zich thuis voelen bij onze ‘platte’ organisatie – zonder overigens een waardeoordeel uit te spreken over andere formules.
Boon Food Group is een familiebedrijf en de lijntjes zijn hier kort. Maar uiteindelijk heeft zo’n keuze met persoonlijke voorkeur te maken.”

Ligt jullie franchisefee ook lager dan bij andere formules?
“Natuurlijk kijken ondernemers ook naar de afdracht, maar het gaat om het totaalplaatje. Onze opvatting is dat we vanuit het hoofdkantoor in Dordrecht het hart moeten leveren, het hart dat klopt: een formule waarmee een ondernemer een goede boterham kan verdienen en ook een bedrijfsleider mee uit de voeten kan. We geloven er bovendien enorm in dat er ruimte moet zijn voor de ondernemer of bedrijfsleider om nog een lokale stempel te drukken op de winkel. Immers: hoe dichter je bij de consument zit, hoe succesvoller je kunt ondernemen. Is het primaire doel schaalvergroting, dan zie je vaak dat winkels generieker worden en dus minder toegespitst op de vraag en wens van de omgeving.”

"Hoe zet je in een digitaliserende wereld een plek neer waar klanten graag komen? Ons antwoord is het versplein"

Hoe ziet lokaal ondernemerschap eruit bij Boon?
“Zoals gezegd hechten we er enorm veel waarde aan dat ondernemers en bedrijfsleiders aan de formule toevoegen wat lokaal verstandig is – of dat nu om producten of een afdeling gaat. Veruit onze meeste winkels zijn gevestigd buiten de Randstad, in kleinere gemeenschappen. Dat is nooit een doel op zich geweest, maar historisch zo gegroeid. Dat zijn natuurlijk plekken waar een supermarkt een grote sociale functie vervult en een ons-kentons-sfeer heerst. Bij voorkeur wordt de supermarkt ook gerund door iemand uit het dorp. Ons devies is altijd: zorg dat je onderdeel bent van de gemeenschap. Is er een nieuwe wipkip nodig in de speeltuin of vraagt de voetbalvereniging om adverteerders? Kijk of je iets kunt bijdragen.”

Hoeveel ruimte krijgen ondernemers en bedrijfsleiders om een lokaal assortiment te voeren? Wijkt dat af van de gebruikelijke 5%?
“We hanteren daar geen keihard percentage voor. In Wolphaartsdijk zit een Boon’s Dagmarkt waar de ondernemer ooit als bakker begonnen is. In de huidige winkel is er een combi supermarkt-bakkerij ontstaan. Alleen met zijn broodaandeel komt hij al over die 5%. Maar waarom zouden we, als de broodafdeling zo’n aantrekkingskracht heeft op de omgeving en afstraalt op de winkel, hem verplichten om het brood bij ons af te nemen? Daar heeft helemaal niemand baat bij. Liever laten we deze ondernemer zijn kracht benutten en hem op deze manier een betere omzet genereren. We bekijken dus per winkel wat passend is.”

Momenteel zijn er nog 16 winkels met de MCD-formule. Wanneer worden die omgebouwd tot Boon’s Markt?
“Dat is lastig aan te geven. Alle nieuwe winkels die we bouwen of naar ons overstappen, voeren de Boon’s formule. Voor het versplein – dat gerealiseerd wordt in het format Boon’s Markt – is een bepaalde lengte-breedteverhouding nodig. In de MCD-supermarkten die nu nog bestaan, is het pand gewoonweg niet geschikt voor het versplein. Dan moet je dus gaan uitbouwen of grof verbouwen en krijg je natuurlijk te maken met omwonenden en vergunningen. Zo’n traject kan echt jaren duren – bij de laatste winkel die we hebben omgebouwd, in Papendrecht, heeft het wel tien jaar geduurd. Toch verwachten we de komende jaren wel helemaal afscheid te nemen van de MCDformule.
Overigens zien we na de ombouw naar de Boon’s formule dat er een minimale omzetverhoging van 25% wordt behaald. Prachtig! Bij één winkel bedroeg de omzetverhoging zelfs 40%.”

Hoe voeren jullie digitalisering door in jullie formule?
“In eerste instantie zijn we daar terughoudend in geweest en hebben we de realisatie daarvan overgelaten aan de grote jongens. De grootste groei online zit in de Randstad, waar wij dus doorgaans minder gevestigd zijn. We hebben ons vooral op de fysieke supermarkt geconcentreerd.
Inmiddels hebben meerdere van onze winkels zelfscankassa’s, zitten we in de testfase van zelfscanning met een mobiel device. Ook hebben we ons ERP-systeem vervangen, net als de totale winkelsoftware en hebben we hiermee een backbone die klaar is voor de toekomst.
Onder Boon Food Group vallen naast de supermarkttak ook het exportbedrijf NLfood en Zorgboodschap, vanuit waar we zorgbedrijven voorzien van levensmiddelen. Zorgboodschap is volledig online gebaseerd. We hebben dus inmiddels volop ervaring in digitalisering en zullen dat ook in onze supermarkten verder gaan ontwikkelen. Maar laten we niet vergeten dat nog altijd veruit de grootste omzet, 93%, behaald wordt in de fysieke winkels.”

Willem Boon.jpg Willem Boon, commercieel directeur Boon Food Group.
"Hoe dichter je bij de consument zit, hoe succesvoller je kunt ondernemen"

Hebben jullie plannen voor nog meer winkels?
“Ja, we streven een continue groei na. Als er ergens ruimte is en we menen dat we iets kunnen toevoegen met onze formule, dan gaan we in gesprek. Maar we komen nog steeds ondernemers tegen die niet eerder van Boon’s hebben gehoord. Daar ligt nog een mooie taak voor ons de komende jaren.”

De voors en tegens van een kleine formule
Een retailer met een heel goede uitstraling en de nadruk op vers, zo wordt Boon gekenmerkt door retaildeskundige Erik Hemmes. “De formule positioneert zichzelf bovendien echt als een familiebedrijf. In de supermarkten zijn bijvoorbeeld foto’s van de eerste winkels te zien, er staan relatief veel medewerkers op de versafdelingen en de familie is heel benaderbaar.” Voor ondernemers ligt de keuze voor een kleine formule niet direct voor de hand, volgens Hemmes. “Ze krijgen misschien meer vrijheid, maar vaak gaat bij kleine formules het doorvoeren van vernieuwingen trager en zijn retailers die bekend zijn bij klanten, succesvoller. Dat kan overigens lokaal wel verschillen. En soms krijgt een kleinere formule juist de voorkeur vanwege het mvo-beleid. Voor het welslagen van een kleine winkel is van groot belang wie de ondernemer is. Loopt hij of zij regelmatig door de winkel en heeft hij een relatie met de klanten? Dat is essentieel bij kleine, onbekendere formules zoals Boon.”
Volgens Hemmes hoeft Boon niet noodzakelijkerwijs opgeslokt te worden door een grote retailer. Hoe de toekomst van het bedrijf eruitziet, hangt onder andere af van hoe efficiënt de bedrijfsvoering ingericht wordt. “In hoeverre kunnen magazijnen worden geautomatiseerd om de logistieke kosten te verlagen? Zijn er zelfscankassa’s en misschien ook elektronische schaplabels? En wordt er geïnvesteerd in online verkoop?” Hemmes heeft nog een onconventionele suggestie voor Boon: “Wellicht is het slim om voor sommige onderdelen de samenwerking op te zoeken met andere kleine formules zoals Van Tol. Dat kan een goede manier zijn om kosten te drukken.”

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.