AMSTERDAM – Dat er datagedreven technologie wordt toegepast in de supermarkten is geen geheim, hoewel veelal onzichtbaar voor de consument. En dat supermarkten veel doen aan het terugdringen van voedselverspilling, is eveneens bekend. Maar wat gebeurt er als je deze twee gegevens combineert?
Dit vraagt Levensmiddelenkrant zich af. Ralph de Vries, cco en mede-eigenaar van databedrijf Wasteless, vertelt over de toepassing van dynamisch afprijzen in de supermarkt. Het is een van de manieren om met gebruik van kunstmatige intelligentie voedselverspilling tegen te gaan.
Voedselverspilling is altijd al een kostenpost geweest voor supermarkten. Producten die tegen de houdbaarheidsdatum zitten, moeten worden afgeprijsd. Ze worden vervolgens alsnog weggegooid wanneer ze onverkocht in de schappen zijn blijven liggen. Het is een doorn in het oog voor de ondernemers en een blijvende stelpost in de boekhouding. De consument pakt gewoontegetrouw het product met de langste houdbaarheidsdatum, meestal die van achter uit het schap dus. En producten met verschillende datumstickers (en dus een verschillende houdbaarheid), hebben desondanks eenzelfde prijs. De afprijzing begint namelijk pas op de laatste dag.
Slim prijzen door datasturing
“Afprijzen met een sticker en korting geven op producten die tegen de houdbaarheidsdatum lopen, gebeurt al heel lang, en heus niet alleen in de supermarkt. De consument maakt hier handig gebruik van”, zegt De Vries. Hij vervolgt: “Ons dynamisch afprijzingssysteem werkt significant anders. We belonen de consumenten met de korting die we op dát moment geven. Het dynamisch afprijzen werkt op de achtergrond en bepaalt slim prijzen door middel van datasturing, terwijl de klant door de winkel loopt. De prijskaartjes in de schappen veranderen niet continu. Het systeem van Wasteless weet volgens een speciaal algoritme precies welk artikel een aantal dagen van tevoren slim afgeprijsd wordt. Niet met vaste kortingen, maar het start bijvoorbeeld met alvast 5% korting. Naarmate het einde van de houdbaarheid van het artikel nadert, loopt de korting op tot bijvoorbeeld 10%. Op deze manier proberen we met minder korting hetzelfde product te verkopen.”
Meer winst door minder afprijzingen
De supermarkt wordt met deze dynamische manier van afprijzen beloond, door eerder en dus uiteindelijk minder korting te hoeven geven. De winkel blijft minder snel met onverkochte producten zitten en hoeft dus minder weg te gooien of te doneren. Onderaan de streep levert deze manier meer winst op, doordat er minder artikelen hoeven worden afgeprijsd. Ook kan er beter gestuurd worden op efficiënt inkopen. De Vries noemt dynamic pricing het datagedreven schouderklopje voor supermarkten.
Goed gedrag
Het systeem versterkt het loyaliteitsgevoel bij de consument, en bevordert gedragsverandering en bewustwording. Wat voor in het schap ligt, wordt eerder afgeprijsd, waardoor de klant geneigd is dit product ook eerder te pakken. De klant krijgt een vers product mee, profiteert direct al van wat korting en wordt op deze wijze beloond voor ‘goed gedrag’ om mee te werken aan het terugdringen van verspilling.
Nieuwe barcode
Het bestrijden van voedselverspilling gaat verder dan de klant en de supermarkt. Wasteless zegt dan ook blij te zijn met de invoering van de GS-1 QR-code, waarmee nog meer data verzameld kunnen worden. In juni van dit jaar kondigde GS1, het internationale bedrijf achter de barcode, aan dat in 2027 barcodes vervangen gaan worden door QR-codes, ook al verdwijnen de barcodes niet helemaal. In zo’n QR-code kan veel meer informatie worden verstrekt over een artikel dan met de traditionele barcode. Een voorbeeld hiervan is de houdbaarheid van het product. Data zijn beter traceerbaar met deze QR-code. De klant scant en kijkt welke prijs het product op dat moment heeft. Ralph geeft als voorbeeld: “Het product met het datumetiket 1 oktober kost 2,70 euro, en dat met 3 oktober kost 2,90 euro. De klant zal dus eerder het artikel van 1 oktober pakken.” Ook het gehele traject in de voedselketen van het product kan in de QR-code staan: van herkomst van grondstoffen tot aan de plek waar het verkocht wordt. Wasteless stuurt data terug de keten in, dus ook fabrikanten leren begrijpen wat er met hun producten gebeurt. En uiteindelijk vloeit het resultaat daarvan terug de winkel in. Immers, producenten gaan ook slimmer produceren.
Lees verder onder de foto ↓
Reinforcement learning
Wasteless verzamelt gegevens over hoe klanten reageren op verschillende prijzen. Het systeem stelt prijzen in en het houdt de verkoop in de gaten. Wanneer prijsverlaging tot gevolg heeft dat klanten het sneller kopen, wordt de winkel ‘beloond’. En als het niet werkt, bestraft. Zo kan er worden gestuurd op een beter resultaat. Door dit proces te herhalen, leert het systeem zonder tussenkomst van de mens wat de beste prijsstrategie is. Dus wat het beste werkt om verkoop te maximaliseren en voedselverspilling te minimaliseren. “ Reinforcement learning door machine learning en toepassing van AI noemen we dat”, vat De Vries samen. “Het uiteindelijke doel is om een balans te vinden tussen verkoop en verspilling, bedrijfsefficiency en duurzaamheid. Een complex gebeuren, omdat factoren als versheid, voorraad en vraag van de consument kunnen schommelen. ”
De Vries vertelt dat Wasteless het enige bedrijf is in reinforcement learning, en een patent heeft op het systeem met twee prijzen op het schapkaartje. Er is een samenwerking met andere partners die de hardware leveren, zoals de schapkaartjes. “Dit systeem is onderdeel van de doelstelling om vóór 2030 de voedselverspilling met 50% te reduceren. Een no-brainer, zegt iedereen. Maar dan moeten we supermarkten echt overtuigen om inspanningen te willen verrichten die voor hen een efficiënte manier zijn het doel te behalen”, aldus De Vries. Hij legt uit dat in Amerika de uitrol van het systeem van het dynamisch afprijzen vaak sneller kan dan bijvoorbeeld in Europese landen. Een ceo is daar ook vaak de eigenaar van de supermarktorganisatie. Het financiële resultaat is snel zichtbaar, waardoor de opdracht tot een snelle uitrol naar andere vestigingen eerder gegeven wordt.
Niet-lullen-maar-poetsenmentaliteit
De Vries zegt best optimistisch te zijn als het gaat om het halen van de doelstelling. Hij vindt dat er al veel is veranderd in positieve zin: “In het begin werd er alleen over gesproken, maar nu wordt er echt actie ondernomen. Het tegengaan van voedselverspilling is gemeengoed geworden. Ik heb een niet-lullen-maar-poetsenmentaliteit. Iedereen moet in actie komen, door de hele keten heen. Supermarkten hebben een functie. Zij kunnen de consument opvoeden, omdat het een platform is waar mensen dagelijks komen. Een consument laat zich niet makkelijk veranderen. En daarbij moet er ook bij de mensen thuis verandering komen.” De cco van Wasteless zegt dat het databedrijf data wil delen met partners in de hele keten, in overleg met de winkel. Zo kunnen er bijvoorbeeld data ingezet worden voor surpriseboxen, Magic boxen en Too Good To Go-boxen. Of supermarkten kunnen donaties aan voedselbanken doen.
De Vries: “Het is goed dat er over het tegengaan van voedselverspilling geschreven wordt in de media. Want ook die hebben een rol in het opvoeden. Uiteindelijk is iedereen in feite een consument, ook de producent van voeding of de supermarktondernemer.”
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.