LEIDSCHENDAM – Uit de Superlijst Gezondheid van Questionmark blijkt dat ongezond eten nog steeds de boventoon voert bij supermarkten. Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) heeft een reactie hierop gegeven.
In de Superlijst wordt gekeken naar beleidsdoelen, assortiment, aanbiedingen en winkelinrichting bij zeven verschillende supermarkten. Het CBL is van mening dat de onderzoeksmethodes van Questionmark te beperkt zijn om een volledig beeld te geven. Supermarkten ondernemen nog meer om de gezonde keuze te promoten, buiten de aspecten die in de Superlijst worden meegenomen. Voorbeelden hiervan zijn de Nutri-Score en wat er online allemaal gebeurt op het gebied van gezondheid. Supermarkten willen ook al jaren dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toestaat dat ze op productniveau duidelijk mogen maken of een product wel of niet voldoet aan de richtlijnen van de Schijf van Vijf.
Nutri-Score
Daarnaast doen supermarkten ook hun best om huismerkproducten te verbeteren volgens de Nationale Aanpak Productverbetering (NAPV) van de overheid. Uit honderden producten is door supermarkten al vijf tot 25 procent zout, suiker en verzadigde vetten verwijderd. Ook worden vleesvervangers, plantaardige dranken en kant-en-klaar maaltijden aangepast, zodat er minder zout, suiker en vet inzit. Verder zetten supermarkten op alle huismerkproducten een Nutri-Score, omdat ze geloven dat dit helpt bij het maken van gezondere keuzes. CBL vindt dat dit verplicht moet worden voor alle producten.
Volledige voedselomgeving
Volgens het bedrijf wordt kindermarketing alleen nog maar toegepast op producten die binnen de Schijf van Vijf vallen en niet op huismerkproducten die volgens de World Health Organization ongezond zijn voor kinderen. De landelijke aandacht voor de eiwittransitie draagt ook bij aan de gezondheid van mensen. Het CBL geeft handvaten om het onderzoek van Questionmark completer te maken. Zo zegt het bedrijf dat het goed zou zijn om alle verkopers van voeding (ook bijvoorbeeld tankstations en horeca) en alle producten mee te nemen (ook A-merken) in het onderzoek. Pas als de volledige voedselomgeving in beeld is, kan het probleem echt gesignaleerd en aangepakt worden. Dit heeft niet alleen te maken met voeding, maar ook met weinig bewegen en stress.
Bron: Levensmiddelenkrant