Hygiëne, wat is dat precies? Volgens het RIVM hebben we het dan over een verzamelnaam voor alle handelingen die ervoor zorgen dat we zo min mogelijk in aanraking komen met ziekteverwekkers. Producenten van levensmiddelen zijn hier primair voor verantwoordelijk, aangezien al het voedsel dat op de Nederlandse markt verkrijgbaar is veilig moet zijn. Oftewel: er mogen geen micro-organismen, chemische verontreinigingen of andere stoffen in voorkomen als die leiden tot gezondheidsproblemen. Hiervoor is Europese regelgeving ontwikkeld. De NVWA is in Nederland verantwoordelijk voor de toezicht en handhaving hiervan. Maar hoe gaat het er op de productievloer aan toe?
De NVZ, de branchevereniging voor importeurs en fabrikanten van was-, reinigings-, onderhouds-, en desinfectiemiddelen en schoonmaakmachines, heeft samen met haar leden voedselveiligheid hoog in het vaandel staan. Vaes en Yu leggen uit wat hun rol is en wat hun leden doen om voedselproducerende bedrijven te helpen op het gebied van hygiëne.
Hoe ziet een veilige voedselketen eruit als we het hebben over hygiëne?
Yu: “Bij producenten van levensmiddelen staan twee dingen voorop: de kwaliteit van het product en de voedselveiligheid. Hygiëne heeft daarbij de hoogste prioriteit. Bedrijven willen dat alles al vanaf het begin van de keten goed en veilig is. Als het daar niet klopt, dan merk je dat in alle volgende fases van de keten. Om dit op orde te hebben is een nauwe samenwerking tussen onze leden en fabrikanten van belang, samen zorgen ze voor de voedselveiligheid. De leden van de NVZ hebben de kennis over hoe je hygiëne bereikt, wat de belangrijkste controlepunten zijn en hoe je voedselveiligheid garandeert door de hele keten heen. Onze leden leveren niet alleen de producten, maar ook de diensten en kennis om voedselveilig te kunnen produceren.”
Wat betekent dat in de praktijk?
Yu: “Om een goede hygiëne te waarborgen is een samenspel tussen de fabrikant en een van onze leden van belang. Samen kijken ze naar wat er nodig is en hoe er levensmiddelen worden geproduceerd. Onze leden kijken mee op de productievloer en brengen in kaart waar ze iets kunnen bijdragen. Een voorbeeld: ik was laatst bij een bierbrouwerij en daar is de controle op micro-organismes een van de belangrijkste aspecten, anders gaat bier heel raar smaken. Er staan daar tal van ketels waarin bier wordt geproduceerd. Hoe maak je die grondig schoon? Daar is een sproeisysteem geïnstalleerd waarmee de ketels integraal worden schoongemaakt. Bij deze bierbrouwerij is altijd iemand aanwezig van het betreffende NVZlid om de dosering schoonmaakmiddel in de gaten te houden en te controleren of de wettelijke normen worden gehaald. Dat is overal anders: bij vers heb je andere regels dan bij houdbare producten. Het belangrijkste is eigenlijk dat de partijen samen kijken naar hoe ze de hygiëne gaan aanpakken om problemen te voorkomen. De uiteindelijke handhaving van de wetgeving ligt bij de NVWA, maar we zien dat voedselproducerende bedrijven ook intern de controles regelen die soms strenger kunnen zijn dan de wetgeving.”
Welke rol speelt duurzaamheid bij hygiëne ten behoeve van voedselveiligheid?
Vaes: “In principe is het zo dat als je goed schoonmaakt, je duurzaam bezig bent. Daarmee bedoel ik dat de producenten er alles aan doen om voedsel langer houdbaar te maken. Als ik naar onze leden kijk, dan zie ik dat er veel ontwikkelingen zijn op het gebied van betere verpakkingsmogelijkheden. Als je als voedselproducerend bedrijf duurzaamheid meeneemt in het productieproces, krijg je een efficiëntere stroom, dus het is zeker relevant om dat met je leverancier te bespreken. Het meest duurzame resultaat zit in een holistische benadering: het gaat niet alleen om het productieproces, maar ook over hoe een schoonmaakmiddel wordt gemaakt en vooral gebruikt. Het is zoals het Goudlokje-principe: je zoekt tussen alle mogelijkheden naar precies de juiste formule.”