GELDERMALSEN – Als kind ambieerde Merle Koomans van den Dries een stoere baan in de toekomst. In haar tienerjaren zag ze zichzelf ooit misschien werkzaam als minister van Landbouw, of als kok of banketbakker. Dat ze jaren later aan het hoofd zou staan van een biodynamische speciaalzakenketen overtrof zelfs haar stoutste dromen. Levensmiddelenkrant sprak met Odin-directeur Merle Koomans van den Dries over de grootste obstakels en successen die ze tegenkwam en behaalde tijdens haar missie om de wereld nét een beetje mooier te maken.
De biologisch succesformule Odin bewijst al 40 jaar dat biologische, of zelfs biodynamische, voeding niet ingewikkeld hoeft te zijn. Waar de formule in 1983 als groothandelsvorm het levenslicht zag dankzij oprichters Frank Dekker, Jan Brilleman en Koos Bakker, groeide Odin jaren later uit tot een zelfredzame biologische supermarktketen. De formule is oorspronkelijk gebaseerd op de antroposofische leer van Rudolph Steiner. Koomans van den Dries legt uit hoe deze leer wordt toegepast in het supermarktwezen: “Op basis van de uitgangspunten van Steiner hebben we ons bedrijf op een bepaalde manier ingericht. Dit is ook te herleiden in hoe we bijvoorbeeld kijken naar de economie en geld. En ook welke verschillende kwaliteiten je geeft aan geld. Hoe we kijken naar planten en dieren. Dat is de basis van hoe onze organisatie is opgebouwd.”
Koomans van den Dries maakte in 2005 haar opwachting in de Odinfamilie, toen ze werd aangesteld als assistent-formulemanager, met als doel om de winkelformule (toen nog onder de naam Estafette) mee te helpen ontwikkelen. “Na het afronden van mijn opleiding marketing en communicatie, en een opleiding in de biodynamische landbouw, heb ik een aantal jaren voorlichting gegeven voor het Centrum Biologische Landbouw Flevoland. Hiervoor ben ik veel in contact geweest met boerenclubs”, vertelt Koomans van den Dries. Ze vervolgt: “Ook heb ik destijds veel op beurzen gestaan en allerlei zaken zoals excursies en presentaties verzorgd. Toen kwam ik Koos Bakker, een van de oprichters van Odin, veelvuldig tegen en af en toe stelde hij mij de vraag of ik interesse had om voor Odin te komen werken. Maar telkens paste dit niet, tot hij het mij in 2005 nog eens vroeg.” Koomans van den Dries had toen net haar baan opgezegd en ging in op het aanbod van Odin. “‘Laten we gewoon eens kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen’, zei ik toen. En daar heb ik geen spijt van gehad”, vertelt de directeur.
Goede voeding, gezonde landbouw en fijne leefomgeving
De opdracht aan destijds assistentformulemanager Koomans van den Dries was duidelijk. De huidige Odin-winkels een paar stappen verder brengen qua sfeer, uitstraling en assortiment. Ook de manier van werken moest worden verbeterd. “Mijn drijfveer is dat ik wil werken aan een bepaalde kwaliteit van leven. Dit zit hem in goede voeding, gezonde landbouw en een fijne leefomgeving voor mens en dier. Ook het sociale aspect verdient mijns inziens meer aandacht. Bij Odin komt dit alles bij elkaar”, zegt Koomans van den Dries. “Er is werkelijk niets leuker dan dat je je bijdrage kunt leveren aan iets dat je belangrijk vindt.”
Hoe pakt ze dat vervolgens aan? Wat het assortiment betreft: alle producten dienen biologisch of biodynamisch (dit is een landbouwvorm waarin extra eisen en uitgangspunten worden gesteld ten opzichte van biologische landbouw, red.), gecertificeerd te zijn. Ook vis moet biologisch gekweekt zijn of worden verkregen middels een duurzame vangstmethode. Daarnaast moet de volledige keten van het product herleidbaar zijn. Koomans van den Dries: “Wij zeggen altijd dat een product ‘ Keuringsdienst van Waarde -proof’ moet zijn. Het product moet volledig te herleiden zijn naar de bron. We willen hier volledig transparant over zijn. En al zouden de makers van het tv-programma er met de camera naartoe gaan, dat het klopt.”
Bijvangst
In 2010 werd Odins eigen imkerij opgestart. “Het ging slecht met de bijen, dus zijn we op zoek gegaan naar hoe we de bijen terug konden brengen naar de boerderijen”, vertelt Koomans van den Dries. “We creëerden een plek waar de bijenbevolking gezond kon leven: zonder bestrijdingsmiddelen en met meer natuurwaarde. Onze inspanning voor de bijen betaalt zich ook uit naar andere insecten en vogels, en eigenlijk de hele biodiversiteit. Dat is bijvangst, om maar even in het bijenthema te blijven”, grapt Koomans van den Dries. Die bijvangst is uiteindelijk de hoofdzaak geworden.
Uit het imkerijproject bleek al snel dat de bijen een mooi medium zijn om met de boeren in gesprek te gaan over de natuurwaarden op hun boerderij. “Een ander bij-effect van ons imkerijproject is dat onze imker veel vaker op onze boerderijen kwam dan de inkopers. Hierdoor heeft zich een heel andere relatie kunnen ontvouwen met onze boeren.”
Organisatievorm
Oorspronkelijk startte Odin als commanditaire vennootschap, maar de formule stapte in 2012 over op een coöperatieve bedrijfsvorm. “De belangrijkste reden hiervoor was dat de omvang van het bedrijf bleef toenemen”, legt Koomans van den Dries uit. “Praktisch naar de toekomst kijkend voorzagen we een enorme groei, zowel in omvang als in kapitaalbehoefte. De hoofdelijke aansprakelijkheid van de beherende vennoten begon te drukken op de instroom van jonge ondernemers. Daarnaast wilden we als bedrijf veel transparanter en opener zijn voor alle belanghebbenden in de keten. In deze organisatievorm kan dat!”, aldus Koomans van den Dries. Ze vervolgt: “Een coöperatie is een mooie ondernemersvorm die al in zich draagt dat je een vereniging én een bedrijf bent. Het is dus een heel ander organisatiemodel.” Leden van de coöperatie Odin kunnen lid worden van het ledenvoordeelsysteem voor extra voordeel op de producten. “Voorheen dachten we meer vanuit de producent, nu zijn we dichter bij de consument gekomen. Met als bijkomend voordeel dat onze leden mede-eigenaar zijn van een organisatie die aan bepaalde idealen werkt. Dit doe je natuurlijk al door boodschappen bij ons te doen, maar als lid nóg meer.”
Directie
Nadat de eerste generatie van de Odin-directie met pensioen ging, maakte Koomans van den Dries in 2022 haar opwachting als directeur van Odin, samen met Theo Boon, Jacqueline de Kool en Lute Hummel. “De kern ligt voor mij nog steeds in het verbeteren van de kwaliteit van leven, al ben ik hierin de laatste jaren wel wat pittiger geworden”, schetst de directeur. “Ik wil een bijdrage leveren aan een heel ander voedselsysteem. Het kan leuker, socialer en gezonder! En bij Odin doen we een goede poging om dit vorm te geven. Het is ontzettend leuk om te laten zien dat dit kan, en hopelijk weten we hiermee te inspireren. Onze ambitie is eveneens dat andere mensen ook stapjes gaan zetten: met elkaar brengen we verandering teweeg.”
Koomans van den Dries stelt vast dat de ambitie wel groter is geworden. “Misschien komt dit omdat ik zekerder ben geworden van mijn zaak. Het samenwerken met mensen met dezelfde ambities geeft goede energie. Mijn drive is hierdoor nog sterker geworden.” Op de vraag wat Koomans van den Dries een goede directeur maakt, durft ze maar net aan antwoord te geven. “Ik zou mijzelf eerder een ‘hebbelijke’ directeur noemen. Ik denk niet dat ik altijd even makkelijk ben, dus dat maakt mij soms misschien een beetje lastig”, geeft ze toe. “Maar als je iets teweeg wilt brengen moet je ook niet altijd makkelijk zijn, anders gebeurt er niets.”
Voor het bewerkstelligen van groei houdt Odin de ontwikkeling van trends nauwlettend in de gaten.
“Ik zie trends altijd als een mooie kans om jezelf te ontwikkelen”, verklaart Koomans van den Dries. Maar niet zelden laat de biologische speciaalzaak en groothandel trends aan zich voorbij gaan. “Het is goed om altijd je eigen standpunt in acht te blijven nemen. Bij nieuwe trends vragen wij ons dan ook af: is dit een hype, of brengt het een structurele verandering? We proberen deze trends te relateren aan wat we zelf belangrijk vinden.” Wanneer gekeken wordt naar het nuttigen van minder of geen dierlijke eiwitten is Odin een voorloper op de trend gebleken. “Odin biedt van oudsher al een vega-schap met daarin verschillende alternatieven voor dierlijke eiwitten. Maar de diversiteit van dit schap is aanzienlijk toegenomen in de afgelopen jaren.”
Onderscheid
Jarenlang was er een duidelijke schifting tussen de supermarkt en de natuurwinkel, maar nu de reguliere supermarkten ook een steeds groter biologisch assortiment bieden, wordt die scheidingslijn enigszins vervaagd. Toch maakt Koomans van den Dries zich hier geen zorgen over. “Albert Heijn heeft bijvoorbeeld 1850 bioproducten. Dat is supercool, maar wij hebben er 6500. We doen niet anders”, zegt de algemeen directeur. “Odin onderscheidt zich in het maken van eigen keuzes. We kiezen bij voorkeur voor eigen leveranciers die qua manier van werken bij ons passen. Daar worden we steeds wat eigenwijzer in.”
Waar Odin voorheen niet op de voorgrond trad, laat de biosuper nu steeds vaker van zich horen in de media. Koomans van den Dries verklaart: “We hoeven niet de grootste te worden, en ook niet de meest efficiënte, of de meeste winst te maken. Wat wij willen is de meest inspirerende zijn. Daarvoor moet je zichtbaar zijn.”
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.