AMSTERDAM –C1000-ondernemers die worden verkocht aan Ahold of Coop leggen zich hier niet zomaar bij neer. Uit vrees voor kapitaalvernietiging melden velen zich bij het Vakcentrum voor advies.
Dat zegt Vakcentrum-voorzitter Harrie ten Have donderdag in Het Financieele Dagblad. Ten Have vindt dat er voor ondernemers die net zijn omgebouwd naar C1000 Rood een compensatieregeling moet komen. Hij betreurt het dat er niet voorafgaande aan de deal met Ahold en Coop met de ondernemers is gesproken.
Contract
Hans van Well, voorzitter van de C1000-franchisevereniging, zegt in de krant dat er wordt gewerkt aan een collectief contract waarin kostenverdeling en compensaties worden geregeld. Deze basisovereenkomst moet in juni op tafel liggen. Daarnaast zullen ondernemers zelf met de kopende partijen de overgang moeten uitonderhandelen.
Fouten
Levensmiddelenkrant meldde vrijdag al dat het Vakcentrum vindt dat C1000-ondernemersnauw betrokken moeten worden bij de overgang naar Albert Heijn of Coop. De ondernemersorganisatie vindt dat er geleerd moet worden van fouten die zijn gemaakt bij de overname van Super de Boer. Verkoop van winkels mag pas doorgaan als ondernemers collectief akkoord zijn met de plannen, zei Ten Have toen. “C1000 is als formule erg succesvol met een hoge omzet per vierkante meter. Een negatieve stap is ongewenst. Ongeacht met welke formule je gaat samenwerken, blijf aan tafel zitten tot er een akkoord is bereikt op elk detail. Als dat tijd kost, dan is dat zo. Nu al beslissen over de verkoop van winkels zou onderdeel uitmaken van een verdeel-en-heersstrategie en dat is niet wenselijk.”
Beperkt
Voor sommige ondernemers betekent de integratie van C1000 in Jumbo dat ze opnieuw worden geconfronteerd met een investering in een ombouw. Jumbo zal ervoor zorgen dat die kosten voor ondernemers beperkt zullen blijven, zei woordvoerder Jolieke van der Rest van Jumbo vrijdag. “Zoals aangegeven wordt de Jumbo formule verrijkt met aspecten van de C1000 formule. We zullen dan ook slim omgaan met de verbouwing om de eventuele desinvestering zo gering mogelijk te houden. Daarnaast gaan we dat in iedere situatie apart bekijken en daar het beste voor Jumbo en de ondernemer er uit halen.”
Bron: FD/Levensmiddelenkrant
