ZAANDAM - Albert Heijn is lang niet zo prominent aanwezig in heel Nederland als concurrenten van deze keten soms roepen. In de noordelijke provincies, de Achterhoek, de Peel en het oostelijke deel van Noord-Holland heeft de marktleider nog witte vlekken. "Concurrenten hebben hier de markt in handen en daarom kunnen wij daar niet zomaar toetreden."
Dat zegt Astrid van der Wal, verantwoordelijk voor de afdeling locatiestrategie bij AH, deze week in personeelsmagazine Ahá. Ze reageert hiermee op de kritiek van sommige spelers in de foodretailmarkt dat Nederland 'te blauw' zou worden. "Onze collega-supermarktketens spelen het spel vaak heel goed. Ze hebben mooie formules waar we respect voor hebben. Het komt vaak genoeg voor dat zij de beste supermarktlocatie weten te realiseren, of een hoger bod uitbrengen op een aangeboden nieuwbouwproject. In dat geval vissen wij dus achter het net", zegt Van der Wal.
Dat sommige gebieden zoals Amsterdam erg blauw zijn, hebben concurrenten volgens Van der Wal soms aan zichzelf te danken. "Tegenwoordig heeft iedereen het liefste een supermarkt van meer dan duizend vierkante meter. En dat is lastig in een oude stad als Amsterdam, want de bebouwing is zo krap dat er bijna geen mogelijkheden zijn voor uitbreiding of grote nieuwe winkels. Bovendien heb je op deze locaties te maken met extra aandacht voor beveiliging en logistiek. Door zulke stedelijke uitdagingen hebben veel van onze collega-supermarkten hun oude kleine pandjes gesloten", stelt Van der Wal. Ze zegt dat AH juist altijd in kleine stadswinkels is blijven investeren. Die kleine winkels draaien volgens haar nog altijd ontzettend goed of 'barsten zelfs uit hun voegen'. Van der Wal: "Zo zijn we bijvoorbeeld heel blij met de AH aan de Klein Wittenburgerstraat met een vvo van slechts 479 m2. Dit pandje was voorheen in bezit van Dirk van den Broek die een paar jaar geleden uit de buurt is vertrokken."
Bron: