iStock-138085780.jpg

Week van de Veiligheid zet ondernemers (weer) op scherp

LEIDSCHENDAM – Jaarlijks organiseert Platform Veilig Ondernemen de Week van de Veiligheid, dit jaar van 9 tot en met 15 oktober. Het thema van dit jaar: agressie en geweld. Levensmiddelenkrant vroeg Edwin ten Brink, die twee Jumbo-supermarkten in Zuid-Holland heeft, en Erik Compeer, eigenaar van een Spar-winkel in Friesland, naar de ervaringen die zij hebben met agressie en geweld in hun winkels. “Ik weet zeker dat het probleem in Nederland groter is dan ondernemers aangeven.”

Renée Salome |

‘Bij een 27-jarige man zijn er twee voortanden, door een onbekende man, uit zijn mond geslagen omdat hij het opnam voor een oudere vrouw die in de rij stond bij de kassa van de supermarkt. Een zware mishandeling vanwege het verschuiven van een boodschappenmandje in de rij. Tijdens het slaan dreigde de onbekende man het slachtoffer ook nog met de dood.’ ‘Op koningsdag 2023 betrapt een supermarktmedewerkster een jongen op winkeldiefstal. Wanneer ze de winkeldief aanspreekt, wordt zij hard op haar hoofd geslagen. Zij raakt hierdoor ernstig gewond.’ ‘Uit camerabeelden blijkt dat 1 man een explosief plaatste bij de schuifdeur van de supermarkt en daarna een andere een explosief plaatste bij een geldautomaat even verderop in de Albert Heijn. Vervolgens gaat het explosief af, maar waarschijnlijk niet met het gewenste resultaat van de daders.’ ‘Een gemaskerde man sloeg toe bij de servicebalie van de supermarkt en bedreigde een medewerkster met een mes en eiste geld. Vervolgens ging hij ervandoor.’

Uitgescholden of bedreigd
Het is slechts een greep(je) uit een lange lijst misdrijven in de supermarkt op de site van de landelijke politie. Dat er sprake is van agressie en geweld in de supermarkt is een feit. Dat bevestigt ook Edwin ten Brink, eigenaar van Jumbo ten Brink Food, met vestigingen in Alphen aan den Rijn en Den Haag. Hij is blij met de vragen over veiligheid in de winkels en neemt graag de tijd ze te beantwoorden, want het is een belangrijk onderwerp. De ondernemer, die in 2018 de Wel-zo-veiligaward won van het Platform Veilig Ondernemen, schetst hoe groot het probleem is en baseert zich daarbij op cijfers van het Vakcentrum (oktober 2019). “Iedere supermarkt, nee, iedere winkel heeft ermee te maken. In 60% van de supermarkten komt winkeldiefstal voor, in 60% van de gevallen gaat die gepaard met verbaal of fysiek geweld. Er wordt lang niet altijd aangifte gedaan en ik weet zeker dat het probleem in Nederland groter is dan ondernemers aangeven”, vertelt Ten Brink. Zelf doet hij wel altijd aangifte, gemiddeld 200 tot 250 keer per jaar. “Op een totaal van 1,5 miljoen klantentransacties een verwaarloosbaar aantal. De meeste klanten zijn gelukkig eerlijk! Maar die paar honderd verdachten zorgen wel voor een serieuze lekkage. Volgens hem zijn geweld en agressie bijna 1 op 1 te koppelen aan winkeldiefstal en anders aan overvallen – ook een vorm van diefstal natuurlijk. Wat maakt hij dan concreet mee in zijn winkels? Ten Brink: “Het gebeurt dat we iemand op diefstal betrappen en die persoon willen aanhouden. Als deze niet wil meewerken vindt er vaak verbaal geweld plaats, dat wil zeggen dat we worden uitgescholden of bedreigd, of fysiek geweld; de persoon probeert je bijvoorbeeld omver te duwen.”

Zero tolerance
Er is weinig vat te krijgen op de mensen die stelen en geweld gebruiken. Soms gaat het om groepen – berucht zijn de groepen die heel Nederland doorreizen om op georganiseerde wijze en met allemaal trucjes de winkel te bestelen, volgens het Vakcentrum was 41% van de winkeliers daar in 2019 de dupe van – maar net zo goed om individuen, man en vrouw, jong en oud, soms zelfs vaste klanten. Ten Brink heeft er geen geduld meer voor en heeft een trits aan maatregelen ingevoerd om diefstal en geweld tegen te gaan. “Sinds 2017 voeren wij een zero tolerance-beleid. Ik heb nu altijd een beveiliger in de winkel staan. Ja, dat kost wat en nee, dat verdient zichzelf niet terug. Maar wil je je grijze derving terug naar 0 krijgen dan zal je navenant meer moeten investeren”, zegt de ondernemer. Daarnaast heeft Ten Brink zijn winkels vol hangen met camera’s – niets bijzonders, zegt hij daarover, ook in andere supermarkten spelen deze een grote rol (klopt: 83% van de winkels, volgens het Vakcentrum in 2019). Hij staat soms versteld van het gedrag van kwaadwillenden in zijn winkel; hoe kun je precies voor het oog van een camera een diefstal plegen?
Met het zero tolerance-beleid lijkt hij strenger op te treden dan overheid. Het Openbaar Ministerie is een paar jaar geleden met een pilot begonnen waarbij winkeldieven die voor de eerste keer worden aangehouden, die bekennen en die een bepaalde waarde niet overschrijden alleen een reprimande krijgen. Pas bij een tweede aanhouding worden zij meegenomen en verhoord. Ten Brink heeft alle begrip voor het gebrek aan menselijke capaciteit bij het OM – wie heeft er in deze tijd geen personeelstekort? – maar heeft veel moeite met deze regel. Ook first offenders zouden wat hem betreft moeten worden vervolgd. “Het is alsof een automobilist betrapt wordt op door rood rijden, en pas bij een volgende overtreding een boete krijgt”, verduidelijkt hij. Ondernemers mogen wel een civielrechtelijke boete opleggen, maar niet iedereen heeft een verblijfplaats in Nederland, zo vindt nog steeds geen recht plaats. Wat hem betreft moet er altijd consequent worden opgetreden.

"Geweld en agressie zijn bijna 1 op 1 te koppelen aan winkeldiefstal en overvallen"

Nieuwe technologieën
De ondernemer heeft nog meer foefjes om winkeldiefstal tegen te gaan. Zo wordt klanten standaard gevraagd hun boodschappentas bij de kassa’s open aan te bieden. Zo kan er niet stiekem iets worden meegenomen. Hoe reageren klanten daar eigenlijk op? Ten Brink: “Sommigen vinden het heel vervelend, maar we leggen altijd uit dat het is om de veiligheid in de winkel te kunnen waarborgen. Vaak krijgen we dan alsnog begrip hiervoor.” Daarnaast hebben zijn winkelwagens intelligente wielen. Wanneer klanten met een gevulde winkelwagen via de ingangspoortjes terug naar buiten willen lopen, blokkeren de wielen, en dat doen ze ook wanneer klanten bij het zelfscanpark zonder betalen de winkel willen verlaten. Bij de uitgang van het zelfscanpark zijn dubbele poortjes; niet naast elkaar maar achter elkaar. Ook staat er altijd een medewerker bij de zelfscankassa’s, om te helpen natuurlijk, maar ook om mensen erop aan te spreken als ze proberen te frauderen. Daarbovenop zijn de contante betalingen volledig geautomatiseerd met SafePay en worden de uitgangsdeuren in het magazijn met camera’s en kleefmagneten beveiligd. Wanneer de cashboxen uit het SafePay-systeem worden gehaald kan ook de teamleiding niet naar binnen.
Ten Brink maakt dus al volop gebruik van allerlei technologieën om winkeldiefstal een halt toe te roepen, maar dat kan niet ongelimiteerd. “Er zijn diverse IT-toepassingen die kunnen helpen personen in een eerder stadium te herkennen, maar die raken de privacywetgeving. Dit ligt heel gevoelig en dat begrijp ik volkomen, ik sta zeker geen ‘Chinese toestanden’ voor. Maar ik mis wel iets. De ontwikkeling van dit soort systemen staat nu stil. De Autoriteit Persoonsgegevens die op deze technologieën toeziet heeft een controlerende rol, maar daarmee zijn we er nog niet. Ik denk dat een overheidinstantie die hierin kan consulteren, ondernemers enorm zou helpen. Deze organisatie zou meer duidelijkheid kunnen verschaffen en ook kunnen meedenken. Ondernemers hebben hier behoefte aan”, zet Ten Brink uiteen. Voor hem geen extra’s tijdens de Week van de Veiligheid. “We gaan gewoon doen wat we altijd doen.”

Haantjesgedrag
Veruit de meeste klanten zijn eerlijk, zegt Ten Brink en dat kan Erik Compeer alleen maar beamen. Diefstal komt bij hem maar een heel enkel keertje voor, en dan gaat het meestal om een verdwaald kindje dat de regels nog niet kent, zegt de vriendelijke supermarktondernemer. Hij heeft geen ervaring met agressie en geweld in zijn winkel. Gelukkig maar. Of is het wel geluk? Hoe zou het komen dat er bij hem vrijwel geen sprake is van zaken die andere ondernemers zoveel slapeloze nachten opleveren? “Ik heb een kleine winkel in een klein dorp en we kennen elkaar allemaal. Het is ook ‘leven en laten leven’ in Friesland, en we hebben sowieso meer rust en ruimte. Zelfs klanten met een slok op veroorzaken geen vervelend gedoe. Ik ben eigenlijk wel trots op mijn klanten!”, aldus de eigenaar van Spar Compeer in het Friese Damwâld. Denk niet dat hij niet beter weet; hij heeft zelf ook in de stad gewerkt en kent bovendien de verhalen van anderen die in de supermarktwereld werkzaam zijn. Daar zijn diefstal, agressie en geweld aan de orde van de dag. Het haantjesgedrag is echter non-existent in de straten van Damwâld. Wat ook helpt, stelt de ondernemer, is de homogene gemeenschap in het dorp. Mensen snappen elkaar misschien beter. In Drachten zijn veel meer mensen op de vierkante meter te vinden, en meer verschillende mensen bovendien. Dat zorgt voor wrijving en onrust, ook in de supermarkt.
Maar dat het bij hem allemaal op rolletjes loopt, betekent niet dat de Week van de Veiligheid aan hem voorbijgaat. “We gaan tijdens de week alle procedures nog eens goed aanscherpen. Extra aandacht besteden aan het openen en afsluiten, nog eens kijken naar de minimale bezetting in de zaak, nog even goed met de camera’s meekijken”, somt de ondernemer op. Want het gaat heus niet helemaal vanzelf, zo’n veilige winkel. Zelfs niet in het Friese Damwâld. “Misschien dat ik ongemerkt toch wel heel veel aan preventie doe”, zegt Compeer lachend. Er komt iemand binnen, en nog iemand, en nog iemand. “Hallo jongeman”, zegt Compeer – tegen iedere klant afzonderlijk, het lijkt een hele schoolklas. Dat helpt natuurlijk ook voor een goede sfeer in de zaak!

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.

Lees meer over: