iStock-1490797933.jpg Snoep staat bij veel consumenten niet op het boodschappenlijstje, het is echt een impulsproduct.

Nederlanders en Duitsers denken anders over eten

SCHOONOORD - Over smaak valt te twisten. Vooral als het op zoetigheid aankomt is de keuze enorm. In hoeverre speelt de supermarkt een rol bij die keuze? Sander Boezen, eigenaar van Plus Boezen in Schoonoord, vertelt welke invloeden in zijn winkel meespelen.

Kim Schoonman |

“Zoet broodbeleg staat vaak wel op de boodschappenlijst, en misschien een taartje, maar snoep meestal niet”, begint Boezen. Snoepgoed is vaak een impulsaankoop, een aankoop waar de consument niet bewust naar op zoek is en die ook niet in de aanbieding hoeft te zijn.

Vergeten artikelen
Ondanks dat het impulsaankopen zijn, kun je er volgens Boezen wel degelijk invloed op hebben. “Denk aan het single snoep – de losse chocoladerepen en zakjes snoep – dat in vrijwel elke supermarkt bij de kassa ligt. Ook de losse manden bij de kassa, waarin we vaak vergeten artikelen leggen, zoals eieren of zakken bolletjes, zijn een gouden plek in je winkel, maar daar leggen we niet standaard snoep neer. Ik denk dat klanten er eerder een blikje knakworst – iets dat ook niemand op zijn boodschappenlijstje heeft staan – uit mee zouden nemen dan een zakje snoep.”

Mooi spel
Boezen heeft het gevoel dat sinds Coop omgebouwd is naar Plus met de 2.0formule, het aanbod en assortiment meer gericht zijn op het maken van gezondere keuzes. “Wij proberen meer groente, fruit en dat soort producten als impulsaankopen te stimuleren in plaats van snoepgoed. Maar onderaan de streep moet er gewoon geld verdiend worden”, zegt hij realistisch. “Het is de macht van de supermarkt, die bepaalt nou eenmaal wat er aangeboden wordt. Ik ben niet roomser dan de paus, maar we proberen die macht te gebruiken om de consumenten gezondere keuzes te laten maken.”
Als voorbeeld betrekt hij het kinderfeest Sint-Maarten erbij. “Dat is best groot hier in Drenthe en Groningen. Dan kunnen we twee dingen doen. Stouwen we onze hele winkel vol met Mars en Twix, dan kopen klanten die natuurlijk. Maar zet je daar een hele grote display met mandarijntjes bij, dan zie je een klant twijfelen. Vaak nemen ze toch de mandarijnen mee, of nog beter, allebei.” Boezen noemt het een mooi spel. “Je moet proberen je klanten zo gezond mogelijk te houden, want dan kun je zo lang mogelijk aan ze verdienen.”

"Je moet proberen je klanten zo gezond mogelijk te houden, want dan kun je zo lang mogelijk aan ze verdienen"

Suikertaks
Als antwoord op de vraag wat de grootste verandering is in het aanbod van zoetigheid geeft Boezen één woord: “Suikertaks. Spelers in de levensmiddelenindustrie proberen suiker uit alle soorten zoetwaren te halen, om hun producten nog een beetje voor normale prijzen te kunnen blijven aanbieden. Het heeft alleen maar met geld te maken, daar ben ik van overtuigd. Die suikertaks is abominabel in Nederland. Je ziet dat vooral snoepgoed steeds minder suiker heeft om onder die suikertaks uit te komen”, meent hij. “Want voor de Nederlander mogen voedsel en snoep gewoon niks kosten.”

Andere sluitpost
Volgens Boezen, die zijn zaak dicht bij de Duitse grens heeft, is er een zichtbaar verschil tussen de Duitse en Nederlandse consument als het om voeding gaat. “Uiteindelijk blijkt dat Nederlanders voeding zien als sluitpost, dus zal het zo goedkoop mogelijk moeten. Duitsers vinden voedsel veel belangrijker en zijn bereid daar ook meer voor te betalen. Bijvoorbeeld, je hebt een gezin van vier. Als je vier biefstukjes neemt, ben je 40 euro kwijt. Maar hetzelfde gezin kan van dat geld ook vier dagen gehakt eten. Die keuze maken Nederlandse klanten hier wel. Terwijl Duitsers zeggen: ‘Ik wil de biefstuk, want dat is gezonder voor mij’.”

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.