Met een groeiende wereldbevolking blijft ook de vraag naar voedsel stijgen. Om iedereen van genoeg en verantwoord voedsel te voorzien, moeten we meer plantaardig eten. Minder dierlijke eiwitten, meer plantaardige. Dit is niet alleen beter voor het milieu, maar ook voor onze gezondheid. Waarom plantaardig?
Bij een plantaardig voedingspatroon eet je vooral producten zoals groente, fruit, noten, en peulvruchten. Ook vlees- en zuivelvervangers passen hier prima in. De eiwittransitie draait om meer eiwitten uit planten en minder uit dieren. Dit kan onze milieu-impact flink verlagen: 60% plantaardige eiwitten kan al 25% minder milieuschade opleveren.
Dierlijke producten zorgen voor hoge uitstoot en vragen veel land en water. Denk aan al het voer dat dieren nodig hebben – dat is veel plantaardig eiwit dat mensen direct kunnen eten. Meer plantaardig voedsel betekent dus minder uitstoot en minder druk op onze natuurlijke hulpbronnen.
Plantaardige voeding heeft niet alleen voordelen voor het milieu. Het verkleint ook het risico op chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten en diabetes. Producten als volle granen, groente, fruit en noten helpen je gezonder te eten. Door minder rood en bewerkt vlees te eten, krijg je ook minder verzadigd vet binnen. Dat is gunstig voor de gezondheid van veel Nederlanders.
Nederlandse supermarkten staan voor een grote uitdaging. Momenteel is 40% van de eiwitten in hun schappen plantaardig; 60% komt van dieren. Elf supermarkten hebben zich aan het doel van Wakker Dier verbonden om dit te veranderen. Vanaf 2025 moet de helft van de eiwitten plantaardig zijn, en in 2030 zelfs 60%. Dit doel ligt hoger dan de Nederlandse overheid en het Klimaatakkoord hebben gesteld.
Klimaatverandering is een belangrijke drijfveer. De veehouderij is wereldwijd een van de grootste veroorzakers van broeikasgassen en ontbossing. Plantaardige eiwitten, zoals bonen en granen, hebben een veel kleinere ecologische voetafdruk. Door meer plantaardig te eten, kunnen we de uitstoot verminderen en duurzamer met water en land omgaan.
Consumenten kiezen steeds vaker voor plantaardig. Een dieet met meer plantaardige eiwitten verlaagt het risico op ziektes en past in een gezondere levensstijl. Supermarkten spelen hier slim op in met producten als plantaardige melk en vleesvervangers. Ook nieuwe technologieën, zoals fermentatie en kweekvlees, zorgen voor smakelijke alternatieven.
De vraag naar plantaardige eiwitten stijgt snel. Supermarkten die op deze trend inspelen, kunnen nieuwe klanten aantrekken en zich onderscheiden in een concurrerende markt. Bovendien is plantaardige productie vaak goedkoper dan dierlijke, wat op lange termijn kostenvoordelen biedt.
Natuurlijk kost de eiwittransitie geld. Supermarkten moeten investeren in nieuwe producten, marketing en soms een herinrichting van schappen om plantaardig beter zichtbaar te maken. Ook leveranciers zullen moeten bijschakelen om de toenemende vraag naar plantaardige producten bij te kunnen houden.
Nederlandse supermarkten nemen hun rol in de eiwittransitie serieus. De belofte van elf grote ketens laat zien dat deze sector de uitdaging aanpakt. Door een grotere variatie aan plantaardige producten aan te bieden, bewustwording te stimuleren en duurzaam in te kopen, kunnen supermarkten een sleutelrol spelen in een gezonder en duurzamer voedselsysteem.
Met slimme investeringen en samenwerking kan deze transitie een flinke bijdrage leveren aan een duurzamer Nederland. Supermarkten staan hiermee niet alleen aan de voorhoede van een duurzaam voedselsysteem, maar helpen ook een gezonde toekomst dichterbij te brengen.
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.