Milou Driesse nieuw2.jpg Milou Driesse is bedrijfsadviseur

Column: Hoger of lager?

Volgens het EBB beschikte in 2023 in Nederland 14% van de 15-tot 75-jarigen over een afgeronde masteropleiding (hbo of wo) of een doctorstitel. De afgelopen tien jaar is dit aandeel gestaag gegroeid. Ook het aandeel 15-tot 75-jarigen dat een bacheloropleiding als hoogst behaalde onderwijsniveau heeft, is in deze periode gestegen.

Milou Driesse |

Degenen met als hoogst behaalde onderwijsniveau havo of vwo of een opleiding op het niveau mbo-2, -3 of -4 vormen met 37% nog steeds de grootste groep, hoewel ook dit aandeel de afgelopen tien jaar is geslonken. In 2014 was dat namelijk nog bijna 40%.

Waar ik me al mijn hele carrière aan stoor, zijn de termen hoger- of lageropgeleiden. Hoe kan je mensen beschadigen? Door ze te vertellen dat ze ‘laag’ zijn (opgeleid). Dat de overheid nog steeds met deze term scandeert, vind ik een zeer kwalijke zaak. Leerlingen en ouders worden opgezadeld met het gevoel dat ze gefaald hebben als hbo of de universiteit niet gehaald wordt. Dat is natuurlijk de grootste onzin!
Ik zie ouders in mijn omgeving worstelen om kinderen op een niveau te krijgen of te houden, terwijl het kind duidelijk praktische vaardigheden heeft die doorontwikkeld kunnen worden. Ouders zijn bang dat hun kinderen niet succesvol kunnen zijn en geen goede toekomst tegemoet gaan wanneer ze niet (direct) op hbo of de universiteit kunnen starten met vervolgopleidingen. Ik zou veel liever willen spreken van mensen met een theoretische of een praktische opleiding en de opleidingsoptie van een combinatie van beide.

De samenleving schreeuwt om praktisch opgeleide mensen. Mensen die een vak hebben geleerd. Mensen die iets met hun handen kunnen. Het feit wil ook nog dat in die praktische beroepsgroepen vaak meer verdiend kan worden dan in de hbo-beroepsgroepen. Er is alleen een groot probleem: het imago. Wanneer je op een feestje kunt zeggen dat je ‘huppeldepupmanager’ bent met een interessant klinkende Engelse term, dan zijn mensen onder de indruk. Wanneer je vertelt dat je automonteur bent, zijn mensen vaak minder geïnteresseerd. Hier moeten we dus vanaf.
Ouders moeten zich niet schamen voor hun praktisch opgeleide kind, maar juist apetrots zijn. Ambacht, praktische kennis en vaardigheden worden alleen maar meer van onschatbare waarde in de toekomst.

Niet iedereen kan directeur worden van een multinational en dat hoeft ook helemaal niet om succesvol te zijn. Je kunt met vakmanschap een hele goede boterham verdienen én lekker fit blijven, omdat je niet een hele dag achter een bureau gevouwen zit te staren naar een scherm. Ik hoop maar dat ouders en jongeren er ook zo naar kunnen kijken. Ik ken namelijk genoeg praktisch opgeleide mensen die zeer succesvol zijn. Daarnaast zijn er helaas ook mensen die theoretisch intensief zijn opgeleid, maar niet weten hoe ze een dag succesvol door moeten komen. Succes kent dus vele gezichten en een titel draagt daar zelden aan bij.

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.