DEN HAAG – Het aandeel 55-plussers is in de voedings- en genotmiddelenindustrie relatief groot. Werknemers in deze branche zwaaien eerder af dan gemiddeld. Uit prognoses van Rabobank blijkt bovendien dat het aanbod van arbeidskrachten de komende jaren omslaat van een beperkte groei naar stagnatie en krimp. Senior econoom, Leontine Treur en specialist consumer foods, Sebastiaan Schreijen zeggen dat producenten voor een uitdaging staan. Hoe kan de personeelskrapte opgevangen worden?
De gemiddelde werknemer in de voedingsmiddelenindustrie is relatief oud, vergeleken met andere bedrijfstakken, en stopt verhoudingsgewijs ook eerder met werken. Een op de vier ondernemers heeft hiermee te maken en ervaart het tekort aan arbeidskrachten als de belangrijkste belemmering.
Uitdaging
Door groei van de bevolking in de werkzame leeftijd, en een stijging van het aantal uren per werkende, zal de economische groei tot en met 2028 aanhouden. Maar daarna wordt eerst stagnatie en vervolgens een krimp per 2030 verwacht. Daarom is het voor voedingsproducenten die willen groeien, belangrijk dat zij hun personeel langer aanhouden. Leeftijd, in combinatie met de vaak hoge fysieke belasting, vormt een uitdaging.
Robotisme
Inzetbaarheid van oudere werknemers, is een belangrijk punt van zorg. In de voedings- en genotmiddelenindustrie is inmiddels 27% van de werknemers 55 jaar of ouder. De personeelskrapte kan deels worden opgevangen door automatisering, digitalisering en robotisering. Door inzet van deze middelen, kunnen producenten groeien met evenveel of minder personeel. Zo kan er niet alleen een bijdrage geleverd worden aan de verhoging van productiviteit. Maar ook aan een veiligere en fysiek minder belastende werkomgeving. Door de arbeidsomstandigheden te verbeteren, kan het verzuim omlaag gebracht worden en de duurzame inzet van bestaande medewerkers kan worden vergroot. Ook wordt de arbeidsmarkt in de voedingsmiddelenindustrie ook aantrekkelijker voor nieuwe medewerkers.
Plannen
Investeringen in automatisering, digitalisering is dus noodzakelijk. Hierin loopt de industrie voor op andere bedrijfstakken, maar dir geldt in mindere mate voor de voedingsmiddelenindustrie. Plannen om te investeren in robots op andere plekken, dan waar dat al is gebeurd in het productieproces, zijn er al wel. Zo blijkt uit interviews met 22 middelgrote voedingsmiddelenfabrikanten uit verschillende marktsegmenten, zoals bakkers, verwerkers van vlees, zuivel, aardappelen, groente en fruit en producenten van droge kruidenierswaren. Wanneer zwaar lichamelijk of repetitief werk minder belastend wordt, wordt de voedingsmiddelenindustrie aantrekkelijker voor ouderen. Maar ook voor jongeren die op de arbeidsmarkt terechtkomen.
Het hele onderzoek van Treur en Schreijen van Rabobank Nederland, is hier te lezen.
Bron: Levensmiddelenkrant/ Out.of.Home Shops
