NIJKERK - Toezichthouder AFM heeft de fusie van Plus en Coop goedgekeurd onder voorwaarde dat zij twaalf winkels zouden afstoten om de pluriformiteit van het aanbod te waarborgen. Acht daarvan gaan naar Boni, die de laatste jaren relatief grote sprongen maakt. Retaildeskundige Erik Hemmes is verrast over de groei van Boni.
Na jarenlange een beperkte groei te hebben gekend, timmert Boni sinds een tijd hard(er) aan de weg, ziet retaildeskundige Erik Hemmes: “Boni startte in 1994 met 27 winkels, en levering aan 36 winkels met eigen naam. Veertien jaar later in 2008, waren er slechts 33 Bonimarkten. Opvallend, want veel andere Superunie-formules zijn in die periode juist hard gegroeid. Boni heeft daar destijds dus niet van kunnen profiteren. Vorig jaar zat de formule op 44 locaties. Met de overname van de Coop- en Pluswinkels komen er nu acht nieuwe Bonimarkten bij.”
Potentiële oorzaken
Boni lijkt dus de wind in de zeilen te hebben. Volgens Hemmes kan dat verschillende oorzaken hebben: “De lage rentestand is een mogelijke verklaring. Maar het kan ook liggen aan het feit dat Boni na een tijd geëxperimenteerd te hebben met verschillende stijlen, nu de juiste formule gevonden denkt te hebben. Als de positionering klopt, is uitbreiding immers een logische stap. Een andere potentiële reden is dat Boni een familiebedrijf is, waarvoor kortetermijnwinst minder belangrijk is; later kunnen de vruchten geplukt worden. En een laatste mogelijke verklaring is dat Boni een heel groot distributiecentrum bezit. Picnic maakte daar lange tijd deels gebruik van, maar heeft zich recent teruggetrokken. Met een goede backoffice – waaronder dus het grote distributiecentrum – is een winkel erbij snel rendabel te maken.”
Weinig varianten
De retaildeskundige verbaast zich weleens over het zeer beperkte assortiment bij Boni – zo’n 7000 tot 8000 artikelen op een vvo van 1000 vierkante meter. “Binnen elke categorie producten biedt Boni maar weinig varianten. Daar werd voorheen ook mee gecommuniceerd: ‘Boni is er voor de basis’. Maar ik weet niet of zo’n formule houdbaar is. Aan de andere kant: Boni gedijt goed in plattelandsgebieden. Er is dus weinig concurrentie in de buurt. Ook de nieuwe winkels zitten in een ‘solitair’ gebied – hoewel ze zich niet ver van Plus-winkels bevinden, want anders had de AFM niet de voorwaarde gesteld dat deze winkels buiten de Plus-formule moesten blijven. Gunstig voor de consument: op assortimentsprijs is er een groot verschil tussen Plus en Boni, ze vullen elkaar mooi aan.”
Bron: Levensmiddelenkrant
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.