SNEEK – Ze kunnen het zich veroorloven om niet trendsettend te zijn, maar van achterlopen is absoluut geen sprake. Poiesz maakt zich juist klaar voor de toekomst. “Ons concept – relatief kleine winkels laten renderen in de kleine kernen van het noorden – is een succes en daar gaan we nog zeker honderd jaar mee door”, zegt Piet Smit, algemeen directeur van Poiesz. Die toekomst zal alleen op termijn zonder hemzelf zijn, want hij is de supermarktketen aan het klaarstomen voor de volgende generatie.
Er wonen zogezegd meer koeien dan mensen in het noorden van Nederland, hoe speel je daar als supermarktketen op in? Poiesz is hier al honderd jaar mee bezig en nog niet van plan te stoppen. Ze werken aan uitbreiding en willen de positie als marktleider in NoordNederland verder versterken. Piet Smit vertelt aan Levensmiddelenkrant alles over de toekomst van Poiesz, zijn rol daarin en de visie op het veranderde supermarktlandschap.
Hoe gaat het met Poiesz?
“Goed, we vieren dit jaar ons honderdjarig jubileum met diverse activiteiten, klantenacties, jubileumartikelen en een feest met medewerkers. Hoewel we met heel veel plezier terugkijken op de afgelopen honderd jaar, zijn we gefocust op de toekomst. We kijken graag vooruit en willen groeien.”
Als je honderd jaar meegaat in de branche, dan heb je veel formules zien komen en gaan. Het meest recent is de fusie van Boni en Nettorama en daarvoor hadden we Albert Heijn en Jan Linders, Plus en Coop en de verkoop van Deen. Wat is jullie visie op deze ontwikkeling?
“Het is natuurlijk jammer dat bedrijven met een ziel, zoals Deen, verdwijnen. Voor de consument is het ook niet leuk als er geen verschillende supermarkten meer zijn. Daarom willen we ook het groen-oranje (de kleuren van Poiesz als verwijzing naar sla en wortel, red.) in het supermarktlandschap behouden.
Om even in te zoomen op de diverse ontwikkelingen: Boni en Nettorama is een goede combinatie, de pluriformiteit blijft behouden, al zie ik ook uitdagingen. Zo moeten ze goed kijken naar de vestigingspunten en de consument duidelijk meenemen in wat er gaat veranderen. Het is ook een strategische keuze geweest om verder te gaan onder de vlag van Nettorama, want die heeft een grotere slagkracht dan Boni. Dan Jan Linders, die kon als regionale supermarktorganisatie niet meer aan de juiste knoppen draaien, want ze hadden onder andere geen vastgoed. Ze moesten het echt hebben van de winkels. Het is voor ons duidelijk dat we ons dit niet laten overkomen en dat we leren van wat er om ons heen gebeurt. Ons plan is duidelijk uitgestippeld en dat betekent dat we er nog eens honderdvijftig jaar aan vastplakken. Die uitspraak geeft ook rust in het bedrijf. Vijftien jaar geleden heb ik tegen de familie Poiesz gezegd dat we multidisciplinair moeten zijn. De inwoners van het noorden worden hier allemaal ouder en daarom hebben we de term levensloopbestendige voedselvoorziening geïntroduceerd.”
Wat bedoel je met die term?
“Er komt een tijd dat consumenten niet meer zelf hun boodschappen kunnen doen. In 2018 hebben we maaltijdbezorger Van Smaak overgenomen die ruim 7000 maaltijden per week thuisbezorgt, op maat gemaakt. Oftewel, mevrouw Jansen krijgt een maaltijd die is afgestemd op haar dieetwensen en voorkeuren. Dat hebben we gekoppeld aan de dienst om boodschappen te bezorgen, waardoor Poiesz een levensloopbestendige voedselvoorziening heeft en zich ook op dit vlak kan onderscheiden.”
Jullie openen in november een vestiging in Leek, waar eerder Lidl was gevestigd. En dit is niet de enige overname, er volgen er nog meer. Kun je daar wat meer over vertellen?
“We willen Poiesz verder laten groeien en hebben de ambitie om in 2024 de 80 winkels gepasseerd te zijn. De randvoorwaarden zijn dat we ons distributiecentrum hebben uitgebreid en een nieuw vriesdistributiecentrum hebben gebouwd. Dat is achter de rug en vormt de basis voor verdere groei. De wens om meer winkels aan te kopen komt voort uit de ambitie om Poiesz klaar te stomen voor de toekomst en de volgende generatie. We kopen alleen winkels die relevant zijn. Het kopen is niet zo ingewikkeld, maar er wonen meer koeien dan mensen in het noorden van Nederland dus we kiezen bewust voor de kleine kernen. Dat is ook onze succesfactor: relatief kleine winkels laten renderen en levensvatbaar houden in kleine kernen.”
Dat is niet eenvoudig, hoe krijgt Poiesz dat voor elkaar?
“Wij hebben alles in eigen beheer, zoals het vastgoed, transport, de logistiek en natuurlijk de medewerkers. Dat zorgt voor korte lijnen en ruimte om te investeren in een dorp. We kiezen er bewust voor om op zo’n plek te blijven voor de komende veertig jaar, met als gevolg dat een groenteboer, slagerij en andere ondernemers ook potentie zien in die omgeving om zich te vestigen.”
Je bekleedt deze functie al enige tijd en je spreekt over ‘klaarstomen voor de volgende generatie’. Neem je binnenkort afscheid van deze functie?
“Er is intern bekend wanneer ik het stokje overdraag, maar we zijn nog bezig met hoe het dan verder gaat. Ik zeg altijd: ‘Ik heb ook een houdbaarheidsdatum en een ander kan het ook weer beter dan dat ik het doe.’ Dit zal niet allemaal op de korte termijn spelen, maar over enkele jaren.”
Poiesz is een familiebedrijf. Hoe denkbaar is het dat een ‘Poiesz’ het bedrijf gaat leiden?
“Dat behoort zeker tot de mogelijkheden, maar de skills en competenties zijn belangrijker. Het is zeker een meerwaarde als het gaat om een familielid. Er zijn nog zeker 65 tot 70 medewerkers in dienst die de naam Poiesz dragen, in allemaal verschillende rollen.”
Poiesz klaarstomen voor de volgende generatie, hoe ziet dat eruit?
“Dat betekent dat het bedrijf toekomstbestendig moet zijn, waarbij drie aspecten belangrijk zijn. 1. De consument mag geen argument hebben om naar de stad te gaan; ook in de kleine kernen moeten we zorgen voor basisboodschappen. Dus op die plekken heeft Poiesz ook een eigen bakker, slager en servicepunt. 2. Daar waar we gevestigd zijn, moeten we zorgen voor een goede positie. Denk aan een makkelijke bereikbaarheid en voldoende parkeergelegenheid. 3. De omvang van de kleine kern – dit kan overigens ook een wijk zijn of een kleine stad – moet marktpotentie hebben, en voor ons betekent het dat we op termijn minimaal een ton omzet per week moeten draaien. Dat is alleen haalbaar als we zoveel mogelijk zaken in ons eigen beheer houden. Daardoor lukt het om drie keer per dag de winkels te beleveren, zodat consumenten nooit misgrijpen.”
Wat hebben jullie, behalve vastgoed, medewerkers en transport, nog meer in eigen beheer om de lijnen kort te houden?
“Poiesz heeft bijvoorbeeld ook een eigen koude bakkerij. Als je kijkt naar de categorie gebak, dan is daar weinig rotatie, maar toch willen we het zo vers mogelijk hebben. Hoe kun je snel schakelen? Juist, met een eigen bakkerij. Daar werken we met halffabricaten en op die manier is het mogelijk om vanavond te bestellen voor morgen. Datzelfde geldt voor vlees; de slager is op de winkelvloer aanwezig om altijd een vers assortiment te kunnen bieden. En dit zie je terug in alle winkels, overal hetzelfde concept, dezelfde prijslijn en hetzelfde assortiment.”
Waarmee onderscheidt Poiesz zich van de ‘grote jongens’?
“Medewerkers staan bij ons op één. We hebben altijd veel medewerkers op de winkelvloer lopen. Ons loonpercentage is dan ook het hoogste van Nederland. Zij maken namelijk het verschil en bouwen een relatie op met de klant. We worden ook wel de relatiesupermarkt genoemd. Iedereen die bij ons komt werken, gaat aan het Poieszinfuus.”
Eiwittransitie, vega en vegan, duurzaamheid en andere trends: in hoeverre speelt dit bij de nuchtere Fries?
“We kunnen het ons als Poiesz in sommige dossiers veroorloven om niet trendsettend te zijn, maar het is altijd wel de vraag: wanneer stappen wij in? De nuchtere Fries is daar ook mee bezig. We zijn meer trendvolgend. Bij Poiesz kun je ook afrekenen bij de zelfscankassa bijvoorbeeld en het assortiment met meer eiwitten groeit. Maar achterlopen? Nee, zeker niet. Daar is geen sprake van.”
Het jubileum van Poiesz was op 19 april van dit jaar. Levensmiddelenkrant sprak daarover met retaildeskundige Erik Hemmes en hij vroeg zich destijds af hoe lang Poiesz het nog volhoudt, omdat bezoekers uit het westen, maar ook de Friezen zelf, uiteindelijk wellicht toch eerder kiezen voor een winkel waar meer keuze is, of waar meer gebeurt. Wat vind jij van zo’n opmerking?
“Daar kan ik alleen maar om lachen. Ik ken Erik en ik zou hem bij deze willen uitnodigen om eens in een van onze nieuwste Poieszwinkels te komen kijken. Toen ik het stokje overnam van de vorige generatie, schreef de vakpers dat er geen toekomst was voor kleine supermarkten en kijk nu eens: 22 jaar later staat Poiesz helemaal in bloei. Het aantal winkels is verdriedubbeld.”
Hemmes heeft destijds ook verteld dat Poiesz en Jan Linders vaak met elkaar om de tafel zitten om van elkaar te leren. Wat kun je daarover zeggen?
“Ik ben daar heel open over. We zitten met regelmaat om de tafel met andere supermarktorganisaties, zowel binnen als buiten Superunie. En dat gaat dan altijd over onderwerpen die op dat moment spelen, hoe gaan we ermee om en welke ontwikkelingen zien we in de markt? Puur en alleen om van elkaar te leren.”
Zijn er hoofdpijndossiers waar Poiesz mee worstelt?
“Nou, over hoofdpijndossiers wil ik niet spreken. We zijn iedere dag bezig om een betere versie te worden en dat brengt wel wat aandachtspunten met zich mee. Het is de bedoeling dat we iedere medewerker betrekken bij deze filosofie. Onze mensen moeten dat snappen, want dan werkt ons concept.”
Wat wil je nog bereiken voordat je het stokje overdraagt aan de volgende generatie?
“Ik hoop dat we tegen die tijd ten minste 90 toekomstbestendige winkels hebben.”
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.