iStock-1314954494.jpg

Interview: Nederlandse Vegetariërsbond maakt zich sterk voor het vegetarisme

AMSTERDAM – Geen dieren eten, daar is een woord voor. En een vereniging, die al 129 jaar oud is. Floris de Graad is directeur en woordvoerder van de Nederlandse Vegetariërsbond en zet zich in die functie inmiddels 12 jaar in voor de vegetariër in Nederland. Zijn grootste uitdaging? “Mensen ervan overtuigen dat vlees helemaal niet onmisbaar is in een gezond dieet.” En dat terwijl hij daarvan zelf het levende voorbeeld is.

Renée Salome |

Dit interview maakt deel uit van onze special (Eet geen) dierendag. Wat zijn jouw persoonlijke argumenten om geen vlees te eten?
“Ik ben opgegroeid in een vegetarisch gezin, dus heb nooit zelf die keuze gemaakt. Maar er is een waaier aan argumenten om te kiezen voor een vegetarische levensstijl. Ik vind het zelf heel belangrijk om het milieu minder te belasten en maak mij graag sterk voor een betere voedselverdeling in de wereld, waar een vegetarisch dieet aan bijdraagt. En ik heb me altijd afgevraagd of ik zelf mijn vlees zou willen slachten. Het antwoord daarop is nee, dus ik wil dat ook een ander niet aandoen. Het recht op leven is een groot goed; dat geldt ook voor dieren.”

Waar houdt de Nederlandse Vegetariërsbond zich precies mee bezig?
“Wij geven voorlichting en promoten een vegetarische en veganistische levensstijl, bijvoorbeeld in ons magazine. En we zijn beheerder van het V-label, een keurmerk waarmee consumenten in één oogopslag zien of de producten die ze in hun boodschappenmandje stoppen vegetarisch dan wel veganistisch zijn.”

De Nederlandse Vegetariërsbond werd opgericht in 1894 en bestaat nu dus al 129 jaar. Wat zijn in de loop van die tijd de beweegredenen geweest voor mensen om lid van de bond te worden?
“In de begintijd van de Vegetariërsbond was een vegetarische levensstijl populair onder de avant-garde. Het aantal leden nam destijds sterk toe, tot de aanvang van de Eerste Wereldoorlog. Grotere issues als de oorlog en de daarop volgende economische crisis verdrongen de belangstelling voor het vegetarisme. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kende de bond juist een hoogtepunt in het aantal leden. In die tijd werd het voedsel verdeeld middels voedselbonnen. Leden van de Vegetariërsbond konden hun vleesbonnen inwisselen voor groentebonnen. Veel mensen die toch al geen vlees aten, kozen toen voor een lidmaatschap om toch aan het schaarse voedsel te komen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw was de reformbeweging heel sterk, dat kwam een hernieuwde belangstelling voor het vegetarisme ten goede. In de jaren tachtig was weerstand tegen de bio-industrie een katalysator voor een nieuwe groep vegetariërs. En sinds het begin van deze eeuw is klimaatverandering het argument voor het niet eten van vlees geworden.”

Hoe is de stand van zaken nu? Hoeveel vegetariërs telt Nederland? En is dat aantal groeiende of dalende?
“Het aantal vegetariërs in Nederland is al jaren vrij stabiel. Het gaat om zo’n 800.000 tot 1 miljoen mensen. Er is sprake van groei, maar het gaat langzaam. Het aantal mensen dat minder vlees is gaan eten is nu ook redelijk stabiel. Het is heel moeilijk om hier een cijfer aan te hangen. Op dit moment eten twee op de tien mensen in Nederland iedere dag vlees. Acht op de tien doen dat dus niet. Maar hoeveel vlees ze dan wel eten, dat hebben we niet in beeld.”

Het is de missie van de Vegetariërsbond om de vleesconsumptie in 2040 te halveren ten opzichte van die van 2007. Hoe staat het hiermee?
“Het gaat best goed, maar van mij mag het een tandje sneller. Of we het gaan halen is een tweede. Het is zeker mogelijk, maar hangt af van heel veel factoren. De prijsontwikkeling van vlees, bijvoorbeeld. Als de prijs stijgt, daalt de consumptie. Maar het houdt ook verband met de gewoontes en het kennisniveau van consumenten. Weten ze bijvoorbeeld hoe je een lekkere vegetarische maaltijd bereidt? Het agv’tje is nog altijd heilig in Nederland. En vergeet de gezondheidsperceptie van vlees niet. Mensen ervan overtuigen dat vlees helemaal niet onmisbaar is in een gezond dieet, dat is nog altijd onze grootste uitdaging. Deze boodschap moeten we continu blijven afgeven. En zelf ben ik er het levende voorbeeld van! Er is trouwens steeds meer wetenschappelijk bewijs voor de gezondheidsrisico’s van de overconsumptie van vlees.”

"Het agv’tje is nog altijd heilig in Nederland"
Vegetariersbond Floris de Graas.jpg Floris de Graad.

De laatste jaren zijn steeds meer mensen op een veganistisch dieet overgestapt. Welke invloed heeft deze trend op de Vegetariërsbond?
“Dit zijn werelden die deels los van elkaar staan. Vegetariërs eten niet van het gedode dier, veganisten eten niets dierlijks. De laatsten zijn dus nog kritischer. We zien onder onze leden soms een overstap van vegetariërs naar het veganisme. En soms ook andersom. Wij maken geen onderscheid tussen het motief van de vegetariër en dat van de veganist, maar bedienen graag ook de veganist.”

Welke rol spelen levensmiddelenfabrikanten in het leven van de Nederlandse vegetariër? En waar valt op dit gebied nog winst te behalen?
“Er is steeds meer aandacht voor vegetarische producten, dat zien we aan de flinke groei van ons V-label. Het wordt daarmee steeds makkelijker voor vegetariërs om boodschappen te doen die passen binnen hun levensstijl. Er is echter een categorie die achterloopt en dat is die van de kant-en-klaarmaaltijden. Hier valt zeker nog groei te realiseren. Door bedrijven actief te benaderen, hopen we hieraan bij te dragen.”

Hoe verloopt de samenwerking met fabrikanten tot nu toe?
“Heel goed. We hebben bijvoorbeeld een heel prettige samenwerking met Unilever. Zij zijn heel actief bezig met het vegetarisch maken van hun producten. Op dit moment heeft Unilever al zo’n 3000 producten in de Europese markt gezet die ons keurmerk voeren. Het kan niet altijd, maar vaak slagen ze erin de receptuur zo aan te passen dat de producten geen vlees meer bevatten.”

En wat vind je van de manier waarop supermarkten met het vegaschap omgaan?
“Het schap in de supermarkt is zeker verbreed en er is bijvoorbeeld veel meer aanbod van vleesvervangers. Tegelijkertijd is er ook ruimte voor verbetering. We werken er hard aan, hoor. We hebben net een samenwerking met Lidl opgestart, waarbij we kijken naar de producten die het V-label kunnen dragen. Zo’n 3000 producten van Lidl komen in aanmerking voor het label, en wij kunnen dat dan weer promoten. Denk aan dranken, kaasvervangers en vleesvervangers.”

De verkoop van vleesvervangers stagneert juist. Verwacht jij hier weer groei in?
“Het is best wel een hype geweest, waarbij veel producenten nieuwe producten op de markt hebben gezet in een hele korte tijd. Er is heel veel aandacht voor geweest. Het gevolg was dat veel mensen dit soort producten wilden uitproberen, maar geen herhaalaankoop deden. Ik denk dat het een vrij normale ontwikkeling is geweest; niet alles kan even succesvol zijn. Ik ga ervan uit dat de verkoop van vleesvervangers straks in een normaal tempo stijgt. Alles wijst erop dat vleesvervangers straks goedkoper zijn om te produceren dan vlees. Dan zien we misschien ook het aantal vegetariërs verder groeien.”

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.

Lees meer over: