Menig prullenbak ligt vol met producten die nog prima te consumeren zijn. Denk aan een te rijpe banaan, yoghurt met de houdbaarheidsdatum van gisteren of een restje avondeten.
Allemaal producten die je misschien nog wel kan eten, maar vaak in de snelheid en uit gemak toch in de prullenbak verdwijnen. Ik herken dat maar al te goed. Jij ook? Voedselverspilling is een serieus probleem en intussen is iedereen er in de wereld van levensmiddelen mee bezig. Voor deze editie dook ik in het gebruik van het vrij nieuwe logo ‘kijken-ruiken-proeven’. Wat is het? Wat willen de deelnemende partijen ermee? En wat vindt het ministerie van VWS hier eigenlijk van?
Er is een coalitie in het leven geroepen om duidelijker te zijn over houdbaarheidsdatums en dat logo helpt daarbij. Het eerste wat ik dacht was: nee, hè, weer eentje erbij. De verpakkingen staan al zo vol met logo’s. Ik snap heus wel dat het een manier van communicatie is en het consumenten helpt, maar heel eerlijk: hoe ver moeten we gaan? Er staat al veel op zo’n verpakking, van nuttige informatie tot marketingkreten, keurmerken en claims. Laten we nou eens het hoognodige erop zetten en daar kan best een logo van kijken-ruiken-proeven bij zitten, maar dan moet het wel opvallen. Ik denk dat dit logo ondergesneeuwd raakt door de rest. Datzelfde geldt overigens voor de icoontjes die aangeven waar je de verpakking moet weggooien, van de restafvalbak tot plastic. Als we echt gedragsverandering teweeg willen brengen, dan moeten dit soort logo’s opvallen en dat doen ze – in mijn optiek – nu niet.
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.
