Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) bracht een paar weken geleden een nieuw rapport uit over de ongelijkheid in Nederland en de verschillende sociale groepen die daardoor ontstaan. Het AD kopte gevat: ‘Heet je Willem, heb je een eigen huis en ben je iets te dik? Goede kans dat je een laagopgeleide gepensioneerde bent’. Dat klopt, en dat komt omdat je gezondheid en BMI mede bepalend zijn voor in welke sociale klasse je valt. Het is de hoogste tijd dat de foodsector goed nadenkt over manieren om ook deze mensen te helpen met het maken van gezonde keuzes.
We kennen in Nederland een maatschappelijke tweedeling. Mensen onderaan de sociale ladder of in een onzekere positie op de arbeidsmarkt ervaren een grote kloof tussen zichzelf en de rest van de bevolking: de haves en de havenots . Deze kloof is van belang voor de foodsector. Mensen die het niet breed hebben of onzeker zijn over hun baan en toekomst, leven minder gezond, ervaren meer stress en hebben moeite om gezonde keuzes te maken.
Groepen in een kwetsbare maatschappelijke positie hebben een minder goede gezondheid en een ongezondere levensstijl. Ze ervaren meer chronische stress door de angst dat ze het hoofd niet boven water kunnen houden (SCP, 2014, 2021). Het maken van een gezonde keuze als het om eten gaat, is voor hen lastig.
Gezond eten is moeilijk
Wat gezond eten moeilijk maakt, is dat er (met name bij jongeren) een duidelijk verband bestaat tussen ongezond snacken en ontspanning. Maar liefst 26% van Generatie Z zegt ‘ongezond snacken’ als de ultieme ontspanning te zien. Dit heeft alles te maken met onze hang naar genieten. Momenten van indulgence . Dat zoeken we allemaal, maar nog meer als ons leven gestrest en gejaagd is. En ongezond eten is item nummer 1 op de lijst van dingen die we gebruiken om onze onrust te verdringen.
Deze gewoonte staat haaks op waar we als samenleving eigenlijk naartoe moeten: een gezondere levensstijl, met minder welvaartsziekten als gevolg. Onze behoeften lijken daar helaas vaak niet mee te matchen.
De foodsector heeft hier een verantwoordelijkheid in. Uiteindelijk is het aan de consument om te kiezen, maar soms kunnen ze wel een zetje gebruiken. Het is aan de foodsector om zinnenprikkelende gezonde alternatieven en producten neer te zetten, die óók een antwoord zijn op de gejaagdheid van de consument.
Uit onderzoek blijkt dat we ook op andere manieren kunnen ontspannen. We vinden eenzelfde soort plezier in het af en toe eens wat meer uitgeven dan we hadden gepland, in lekker uit eten gaan, of simpelweg in een dag afwijken van het bedachte weekschema. En laten dat nou net manieren zijn die helemaal niet ongezond hoeven te zijn. Help die consument aan het gevoel dat hij heerlijk uit de bocht kan vliegen met jouw product, zonder dat het per se een ongezonde keuze is.
Dus als het gaat om het promoten van gezonde keuzes en producten, moeten we minder bezig zijn met de gewetensvraag, en meer met genieten en ontzorging. Laten we wat minder praten over wat allemaal ‘moet’ of ‘mag’, of met welke oplossing we ons schuldgevoel kunnen sussen. We kunnen veel meer bereiken als we die dingen durven los te laten en inspelen op de zoektocht naar het creëren van indulgence . Kan dat ook met een gezond aanbod? Jazeker!
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.