Vorige week was ik voor een televisieprogramma in gesprek met een caféhoudster uit Limburg. Zij gaf aan dat haar inkoopkosten de afgelopen twintig jaar verdrievoudigd zijn en dat ze dat niet in de prijs van een biertje heeft kunnen verrekenen. Zuchtend vroeg ze zich af wanneer alles zoals vroeger zou worden. De presentatrice van het programma had dezelfde vraag: ‘Gaan we ooit weer terug naar normaal?’
Een valide vraag. We leven in een uitzonderlijke tijd. Het ene historische record volgt op het andere. In breedte en omvang zijn de recente prijsstijgingen onovertroffen. Voedsel steeg in december met 16,8 procent in prijs. De graanprijs bereikte een historisch hoogtepunt in april van vorig jaar en Nederlandse veehouders hebben nog nooit zoveel betaald gekregen voor hun melk.
Gelukkig is enige verlichting opgetreden. Zo zijn de zuivelprijzen licht gedaald en neemt de graanprijs af sinds het hoogtepunt in april. Desondanks zijn de prijsniveaus nog steeds uitzonderlijk hoog, dus we bevinden ons zeker niet in ‘normale’ tijden.
Maar wat is nu precies wel een normaal jaar als het gaat om onze voedselproductie? De afgelopen drie jaar werd ons leven vooral beheerst door de corona-uitbraak, niet bepaald normale jaren dus. Het jaar 2019 dan, het jaar voor de corona-uitbraak? Voedsel in de supermarkt was toen weliswaar goedkoper, maar tevens werden de eerste boerenprotestacties op poten gezet als gevolg van de stikstofcrisis. Of wellicht 2018? Dat was het jaar dat Nederland nog nooit zo’n droge juli had gekend en veel oogsten dreigden te mislukken.
Terug naar hoe het was is dus niet per definitie beter. In ieder geval niet voor iedereen in de voedselketen. Voor duurzamer, gezonder en betaalbaar voedsel moeten we dan ook niet terug naar vroeger, maar juist vooruit.
Op zich is ons voedselsysteem in de afgelopen woelige jaren uitermate robuust gebleken. Toen landen als gevolg van de coronapandemie hun grenzen deels sloten, overheerste de angst dat het supermarktschap niet meer gevuld kon worden. Die angst bleek ongegrond. De oorlog in Oekraïne zorgde voor een prijsexplosie en algemeen werd gevreesd dat veel bedrijven in de voedselindustrie zouden omvallen met opnieuw lege schappen als gevolg. Ook die angst bleek ongegrond.
Tegelijk zijn juist in de afgelopen jaren veel pijnpunten blootgelegd. Los van de klimatologische extremen blijken bedrijven in de voedselketen te afhankelijk van fossiele energie, worstelen ze met arbeidstekorten en staan ze mede vanwege het veranderende klimaat onder druk om hun werkwijze te herzien. Nu gas zo duur is, arbeid schaars en investeringen in verduurzaming kostbaar, lopen de voedselprijzen op.
Verduurzaming en technologische ontwikkeling kunnen veel van deze problemen het hoofd bieden. Door te verduurzamen worden bijvoorbeeld glastuinders en levensmiddelenfabrikanten minder afhankelijk van dure fossiele energie en verminderen ze hun uitstoot. Innovaties als robots die fruit kunnen plukken of onkruid kunnen herkennen en elimineren helpen in de strijd tegen arbeidstekorten. Met dergelijke ontwikkelingen gaan we naar een betaalbaar en duurzamer voedselsysteem; niet terug naar vroeger, maar juist vooruit.