iStock-1329022730.jpg Van Marle ziet dat er meer geëxperimenteerd wordt met geconcentreerde producten en navullingen in herbruikbare verpakkingen. "Maar dat komt slechts langzaam van de grond."

Verpakkingsexpert KIDV: ‘Kijk ook eens naar de productdosering van hygiëneproducten'

DEN HAAG – Fabrikanten van hygiëneproducten hebben het niet makkelijk als het gaat om het verduurzamen van hun verpakkingen. Hoe kun je als speler in die branche je verpakkingen duurzamer maken en wat zijn de laatste ontwikkelingen? Verpakkingsexpert Niels van Marle geeft hier inzicht in. Hij werkt bij het KIDV, dat onderdeel is van Verpact.

Rosanne Wormgoor |

Waarom moeten fabrikanten van hygiëneproducten zich eigenlijk bezighouden met duurzame verpakkingen? “Iedereen moet zich ermee bezig houden”, zegt Van Marle vastberaden. “We hebben als land circulaire doelstellingen, en hygiëneproducten spelen daar ook een belangrijke rol in.”
Om de belangrijkste ontwikkeling te begrijpen, kijkt hij even terug in de tijd. In 2009 was er de Plastic Heroes-campagne, die mensen moest aanmoedigen om plastic gescheiden in te zamelen. “Vóór die tijd ging verduurzaming vooral over zo min mogelijk materiaal gebruiken voor verpakkingen. Je had materialen waar je daarna niks meer mee kon. Maar de focus ligt nu meer op de ‘end-of-life’ van producten. Dit heeft ervoor gezorgd dat er een systeem van sorteerinstallaties en recyclers is ontstaan die huishoudelijk afval kunnen recyclen tot grondstof voor nieuwe producten en verpakkingen. We hebben die grondstoffen hard nodig, omdat we toewerken naar een circulair Nederland, waarin we niet meer afhankelijk zijn van fossiele grondstoffen.”

Recyclaat  
Inmiddels is circulariteit, inclusief hergebruik, een thema dat hoog in het vaandel staat. De verpakkingsexpert merkt dat bedrijven steeds meer nadenken over standaardmateriaal voor verpakkingen en etiketten. “Daarnaast wordt er gekeken naar geconcentreerde producten die ter plaatse worden aangevuld, bijvoorbeeld met water, voordat ze gebruikt worden. Dat vermindert de hoeveelheid verpakkingsmateriaal voor transport. Verder zie je een toenemend gebruik van recyclaat en er ontstaan gesloten systemen. Dat betekent dat bedrijven die bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen verkopen, oude verpakkingen mee terugnemen en efficiënter hergebruiken”, vertelt Van Marle.

Meer monomateriaal  
Als we specifiek naar de supermarkt kijken, ziet Van Marle enkele ontwikkelingen. “Vroeger moesten verpakkingen er sensationeel uitzien, met ingewikkelde vormen. Fabrikanten voegden extra dingen toe die het recyclen moeilijker maakten. Voor die ingewikkelde vormen was meer materiaal nodig om de verpakking sterk genoeg te maken. Nu gebruiken fabrikanten vaker PE, PP en PET als monomateriaal, waardoor ze gemakkelijker te recyclen zijn. Er wordt wel geëxperimenteerd met geconcentreerde producten en navullingen in herbruikbare verpakkingen, maar dat komt slechts langzaam van de grond.”

Geconcentreerde producten  
De verpakkingsexpert wijst erop dat geconcentreerde hygiëneproducten zowel voordelen als nadelen hebben. Een groot nadeel is dat geconcentreerde producten gevaarlijk kunnen zijn, dus deze moeten goed verpakt zijn. “Dat staat een beetje haaks op duurzaamheid, want dat maakt het lastiger om minder materiaal te gebruiken of veel recyclaat toe te passen. Als je een fles laat vallen, wil je niet dat deze kapot gaat. Dat is een uitdaging. Aan de andere kant hebben hygiëneproducten als voordeel dat ze niet in voedselveilige materialen verpakt worden, waardoor meer gerecyclede materialen geschikt zijn voor gebruik. Dus dat is een kans. Er is veel standaardisatie in de sector, veel producten lijken qua materiaalsamenstelling op elkaar; ideaal om systemen te ontwikkelen, waarbij je zo efficiënt mogelijk met je materiaal omgaat in de keten”, zegt Van Marle.
Het is voor fabrikanten van hygiëneproducten volgens de verpakkingsexpert vaak best lastig om aan alle wet- en regelgeving te voldoen. Maar is verduurzamen dan nog wel iets dat ze willen of is het vooral iets dat ze ‘moeten’? “Er zit een verschil tussen bedrijven en de mensen die bij die bedrijven werken. Ik denk dat het voor veel fabrikanten ontzettend complex is en dat ze duurzaamheid vooral zien als een verplichting. Voor mensen die bij deze bedrijven werken is het anders. Ik denk dat een heleboel mensen het een prettig gevoel geeft om iets bij te dragen op dat vlak.”

Artikel gaat verder onder de foto ↓

_G1_9753 (2).jpg Niels van Marle.

Kunststof  
Veel consumenten denken dat glas, metaal en papier de beste materialen zijn voor duurzame verpakkingen. “Dat is vaak niet zo”, licht de verpakkingsexpert toe. “In de praktijk heeft kunststof veel voordelen, omdat het relatief licht is en goed tegen vocht kan. Je kunt eigenlijk niet zonder kunststof in de huidige maatschappij. De consument vindt het moeilijk om grote verpakkingen van bijvoorbeeld vijf liter weg te gooien en dat creëert een emotionele barrière tegen plastic verpakkingen. Maar rationeel gezien denk ik dat verpakkingen van kunststof – vooral als ze goed recyclebaar zijn – de minste impact op het milieu hebben. En dan het liefst geconcentreerd zodat je zo weinig mogelijk water hoeft te vervoeren. Ze moeten natuurlijk wel goed worden weggegooid.”

NVZ 
KIDV werkt rondom het duurzaam verpakken van hygiëneproducten samen met branchevereniging NVZ. “Zij adviseren bedrijven heel goed over waar verpakkingen aan moeten voldoen. Zij zorgen voor voorlichting aan hun leden en delen goede voorbeelden. Samenwerking in de keten is heel belangrijk. Fabrikanten moeten niet allemaal hun eigen ding doen, maar juist samen nadenken over hoe ze zoveel mogelijk dezelfde soort verpakking kunnen gebruiken en toch onderscheidend blijven. Het zou een gemiste kans zijn als bedrijven met een totaal andere materiaalsamenstelling komen uit concurrentieoverwegingen”, meent Van Marle.

Goede dosering  
Fabrikanten van hygiëneproducten kunnen hun verpakkingen verduurzamen door zo min mogelijk materiaal te gebruiken. “Dus niet een flesje in een doosje of grote etiketten erop. Een andere tip is om zoveel mogelijk monomateriaal (een verpakking van één soort materiaal, red.) te gebruiken”, legt de verpakkingsexpert uit. Maar wat volgens hem uiteindelijk het meeste effect heeft, is een goede productdosering. De milieubelasting van wat er in de verpakking zit, is veel groter dan de belasting van de verpakking zelf. Een verpakking die helpt bij het doseren heeft dan uiteindelijk het meeste effect, zelfs als de verpakking daardoor iets zwaarder wordt. “Neem schoonmaakazijn, daarvan weet ik niet hoeveel ik in de wc moet gooien, dus ik doe maar wat. Vaak is dat veel te veel. Als fabrikanten daar met hun verpakking over nadenken, is dat een groot voordeel.”

Goede voorbeelden  
De verpakkingsexpert noemt Seepje en Marcel’s Green Soap als voorbeelden van merken die het goed doen met duurzame verpakkingen “Ik ken niet de hele markt, dus er zijn vast nog veel meer goede voorbeelden. Deze merken gebruiken onder andere veel recyclaat voor hun verpakkingen en ze proberen zo veel mogelijk recyclebaar te zijn. Het lukt niet altijd, maar ze doen hun best. En ze geven een positieve boodschap aan de gebruiker mee. Ik vind dat zo’n positieve boodschap beter werkt dan een moralistische boodschap. Verder ben ik zelf fan van die wasmiddeldoekjes, want daarmee maak je de verpakking overbodig. Dat is geen merk, maar een initiatief”, aldus Van Marle.

Voorlichting  
KIDV ondersteunt fabrikanten van hygiëneproducten bij het verduurzamen van hun verpakkingen door kennis te delen over herbruikbare en recyclebare verpakkingen. “We stimuleren ze ook met financiële prikkels. Bedrijven betalen een bijdrage voor de inzameling en recycling (afvalbeheerbijdrage, red.) als ze verpakkingen op de markt brengen. Je betaalt een lager tarief als jouw verpakking goed recyclebaar is, dat is de stimulans (tariefdifferentiatie). Verpact zorgt ervoor dat er goede afspraken in de keten worden gemaakt over inzamelen, sorteren en recyclen van verpakkingen. We rapporteren ook over de voortgang om te garanderen dat Nederland aan de eisen voldoet. Anders komen er strengere regels. Wij zorgen ervoor dat de regels uitvoerbaar blijven”, zegt Van Marle.
KIDV doet dit niet alleen, maar in samenwerking met verschillende partners. “We verzinnen natuurlijk niet alles zelf. We werken in de wetenschap met partijen samen. Daarnaast kijken we samen met bedrijven die uitdagingen hebben wat we in de toekomst kunnen verbeteren. Verder maken we gebruik van partnerorganisaties. Dat zijn consultants, ontwerpbureaus, adviesbureaus et cetera. Die zijn soms veel beter in iets dan wij en dan wisselen we kennis uit. Ook werken we met het NTCP, dat is een testinstituut. We proberen met allerlei soorten partijen in de keten de samenwerking op te zoeken”, legt de verpakkingsexpert uit.

Uitdagingen 
Er werd al eerder genoemd dat wet- en regelgeving een uitdaging vormen voor fabrikanten als het gaat om het verduurzamen van verpakkingen van hygiëneproducten. “Vooral het goed omgaan met etiketten is hierbij moeilijk. Verder is het lastig om je eigen identiteit te behouden en oprecht duurzaam te zijn. Je wilt geen oplossing op de markt brengen die heel duurzaam is, maar niet verkoopt. Die balans tussen echt duurzaam zijn en geaccepteerd worden door de consument is heel moeilijk”, zegt Van Marle.

Thuis afval scheiden 
De verpakkingsexpert ziet een kans in het gebruik van goed verwerkbare materialen. “Bij het verpakken van hygiëneproducten kun je veel gerecycled materiaal inzetten. In de sector is het goed mogelijk om dat te doen. Ook liggen er kansen bij de consument. Hoe scheid jij je afval thuis?”, vraagt Van Marle zich af.
“Veel mensen gooien verpakkingen van hygiëneproducten samen met ander afval in de vaak kleine prullenbak in de badkamer of wc. Zit die vol, dan gaat het bij het restafval en niet bij het plasticafval. Het is ook lastig en vies om de plastic verpakkingen achteraf te scheiden van het andere afval die hier wordt weggegooid. Daar moet we iets mee in de keten, want het is zonde van die mooie verpakkingen”, zegt de verpakkingsexpert.

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.