UTRECHT – “Het was knus en gezellig.” Het zijn woorden die kenmerkend zijn voor de collectie die te zien is het nieuwe Kruideniersmuseum in Utrecht. Nostalgie is dan ook de hoofdreden om een bezoek aan het museum te brengen, legt Henri Maarse uit, die als vrijwilliger de communicatie rondom het museum regelt. “Lekker een beetje zwijmelen over het verleden.”
Het Kruideniersmuseum is niet helemaal nieuw; het is in feite de voortzetting van het oude winkeltje ‘uit grootmoeders tijd’ van de fictieve Betje Boerhave, dat in 1974 werd opgericht. Gezellig en knus, met duimdrop en zoethout als grote trekpleisters, want die kon je daar kopen van de vrijwilligsters die zich al jaren inzetten voor de goede zaak. “Rond 2019 kreeg het bestuur te horen dat het pand waarin Betje Boerhave haar winkeltje bestierde moest worden gerenoveerd. Het bestuur, dat bestaat uit vrijwilligers die in veel gevallen een lange carrière in de levensmiddelenindustrie hebben gehad, besloot het museum te heropenen, maar in een andere vorm. Het moest hetzelfde authentieke winkeltje worden met daaraan toegevoegd een expositie over kruidenieren. En het verhuisde naar een ander pand in dezelfde straat, dat ook net is gerenoveerd”, vertelt Maarse, die zelf als journalist ook jarenlang in de branche werkzaam was. Het zijn de mensen van de huidige in Nederland actieve supermarktorganisaties die het nieuwe museum mogelijk maakten. “Zonder hen had het niet tot stand kunnen komen”, aldus Maarse. Als tegenprestatie voor hun bijdragen mocht iedere formule zijn eigen verhaal vertellen en een eigen en door henzelf ingerichte vitrine plaatsen in de expositie.
Notendop
Wat is er te zien naast de Sjaaláááf van Jan Linders, de raceauto van Jumbo, de gymschoenen van Lidl en de ‘hoog geprezen, laag geprijsd’ vrachtwagen van Poiesz? Natuurlijk nog steeds het winkeltje uit grootmoeders tijd, waar – gelukkig! – nog altijd zoethout en kaneelstokjes verkocht worden. Leuk is dat ‘Betje Boerhave’ nu ook een private label heeft onder de naam Ouderwets Lekker, met producten als boerenjongens en verschillende soorten thee. Er staat een prachtige kassa en schappen vol producten in de mooiste verpakkingen. In een tijdlijn wordt in een notendop de geschiedenis van het kruideniersbedrijf in Nederland uitgelegd, van de ‘cruideniers’ in de middeleeuwen tot aan de start van de zelfbediening. Er worden verschillende thema’s aangeboord, waaronder duurzaamheid en de sociale rol van de supermarkt.
De collectie die het museum al had werd aangevuld met objecten uit de verzameling van Wijnand Veenendaal. De 86-jarige, die ook in een film te zien is, is een bron van vertellingen en anekdotes en het is ook de bedoeling dat hij zijn kennis overdraagt aan de nieuw te werven vrijwilligers (hoewel Bep, al 16 jaar vrijwilliger bij het Kruideniersmuseum, ook heel veel weet!).
Trots
Het museum is te klein om verder uit te bouwen, eventuele uitbreidingen zullen vooral online plaatsvinden. Maarse hoopt op termijn verhalen uit de supermarkt te kunnen toevoegen aan de site. “Het is een work in progress. Maar voorlopig zijn we heel tevreden en trots met hoe het heeft uitgepakt.” Hij verwacht in eerste instantie vooral oudere bezoekers te ontvangen, die het leuk vinden een stapje terug in de tijd te doen. Maar ook scholen en gezinnen met jonge kinderen kunnen iets meepakken van de geschiedenis van het boodschappen doen. Bovendien kan het museum gehuurd woorden voor meetings van merkfabrikanten en supermarktorganisaties.
Het museum is open van dinsdag t/m zaterdag van 12.30 tot 16.30 uur en de toegang is gratis.
Bron: Levensmiddelenkrant