Het is een gewoonte geworden voor mij om in de supermarkt de ingrediëntenlijst te lezen van producten die ik overweeg te kopen. Met name nieuwe producten. Waar ik op let? Met name op hoeveel suiker erin zit.
Tegenwoordig kom je op bijna elke ingrediëntenlijst wel suiker tegen, de ene keer in kleine mate, maar soms schrik ik van de hoeveelheid. Iedereen heeft – denk ik – fases waarin er meer wordt gesnoept en fases waarin je meer oplet. Ik ook, al moet ik zeggen dat ik vooral voor mijn kinderen oplet op suiker. Ik bedoel, dreumeskoekjes met als een van de eerste ingrediënten suiker. Waarom maken ze dat? Er zijn zat ouders die het kopen, hoor, maar ik sla ze over. En ze krijgen bij mij thuis heus wel eens iets ongezonds. Althans, de jongste (15 maanden) nog niet. Op een likje ijs en slagroom na. De oudste (bijna 4) zit nu, zeker met het mooie weer, in de ijsjesfase. En ik had al ijsjes toegevoegd aan mijn online winkelmand, totdat we deze editie rond het thema Week zonder Suiker gingen maken. Die kant-en-klare ijsjes zijn lekker, maar het is een bom aan suiker. Zelf ijsjes maken is net zo makkelijk en de kinderen vinden het even lekker. Het heeft mij geïnspireerd om vanavond zelf ijsjes te maken. Met wat water en zero limonade, of kwark met fruit. Daarover gesproken; restjes smoothie dienen ook goed als ijsje voor kinderen.
Ik snap dat suiker als ingrediënt belangrijk is in veel producten. Niet alleen voor de smaak, maar ook voor de textuur. Dat blijkt ook uit het gesprek met Joost Blankestijn van WUR, die ik sprak voor deze special. Een ontzettend boeiend verhaal en het geeft ook aan dat fabrikanten wel willen reduceren, maar dat de bijkomende kosten niet worden geaccepteerd door retailers. Gemiste kans, minder suikervrije opties in de supermarkt. Willen we nu een gezondere maatschappij of niet?
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.
