Langeraar 1.jpg Johan van der Horst sluit het hoofdstuk supermarkteigenaar af en vertrekt naar een andere werkgever. “Het scheelt of je zestig, zeventig uur in de week werkt of ‘slechts’ veertig”, zegt hij lachend.

Ondernemers

‘Betrokkenheid is het belangrijkst, het ons-kent-onsgevoel’

LANGERAAR - Het is zover, Spar van der Horst in Langeraar heeft zaterdag 28 september voorgoed de deuren gesloten. Het dorp verliest de enige buurtsuper die het had en die door de jaren heen heel veel heeft gedaan en betekend voor het dorpsleven. Dit vertrek gebeurt eerder dan verwacht. Levensmiddelenkrant sprak vlak voor de sluiting met eigenaar Johan van der Horst over de reden van vertrek, de gevolgen en wat hij nu gaat doen.

Kim Schoonman |

Ondanks eerdere berichtgeving dat de supermarkt eind van het jaar zou sluiten, gebeurde dit al eind september. “Dat klopt”, beaamt Van der Horst. “Er is lang sprake geweest van dat de supermarkt zou verhuizen naar verderop in het dorp, tegenover de kerk. Dat idee vind ik nog steeds fantastisch. Ik heb destijds voorgesteld om Spar te bellen. Ten eerste zitten we al vijfentwintig jaar in dit dorp en ten tweede zijn er genoeg financiële middelen om daarin mee te gaan. Daarop kreeg ik te horen dat ze mij en Spar niet meer nodig hadden.” Dat verhaal ebde een beetje weg tijdens de coronacrisis en toen dat weer werd opgepakt, hebben ze andere ondernemers benaderd. Spar heeft na diverse gesprekken met de eigenaar van het pand de stekker eruit getrokken en de huur opgezegd. De huur van het pand loopt door tot 14 januari volgend jaar, maar toch gaan de deuren eerder dicht. Spar en Van der Horst hebben samen besloten om niet tot het eind van het jaar open te blijven. “Kerst komt eraan en oud en nieuw. Dat is een hele drukke tijd, maar ook een hele dure, als je alles wat je overhebt mag weggooien in januari. We gaan die tijd gebruiken om alles op te ruimen en schoon op te leveren.” Het is een praktisch besluit, maar Van der Horst vindt het wel moeilijk. Hij ziet in de laatste week al veel minder klanten en half gevulde schappen.

Drie redenen
Van der Horst zit sinds negen jaar in Langeraar. Hij is niet altijd ondernemer geweest, maar werkt wel al heel erg lang in het supermarktwezen. “Ik was altijd gewoon in dienst en toen ik in 2016 de kans kreeg om hier de supermarkt over te nemen, greep ik die met beide handen aan.” Van der Horst vervolgt: “Ik had gehoopt om mijn pensioen hier te halen. Dat dat niet gelukt is, is niet prettig, om het een beetje netjes te zeggen.” Omdat het de enige buurtsuper was, zou je verwachten dat het hele dorp altijd bij Van der Horst kwam voor de boodschappen. “De hoofdreden waarom ik hier weg ga”, legt Van der Horst uit, “is juist omdat niet iedereen hier kwam. De komst van de grote supermarkten is voor de kleintjes de doodsteek. Ik heb denk ik alles gedaan wat ik kon qua service. Ik heb een geldautomaat gehad, een kledingbak, een DHL- en DPD-punt, een batterijeninzamelbak en eentje voor kleine elektrische apparaten. Maar sinds de crisis gaan mensen natuurlijk zoeken waar ze goedkoop boodschappen kunnen doen. Dat is ook logisch en terecht, dat zou ik zelf ook doen. Dat gaat echter ten koste van de buurtwinkel, niet alleen in Langeraar, maar in heel Nederland. En dit gebeurt niet alleen met mij, maar ook met de lokale bloemenwinkel en de bakker. De slager en het café zijn eveneens weg, omdat er geen opvolging komt of niemand de zaak wil overnemen.” Daarnaast kwamen er de energiebesparende maatregelen van de gemeente en overheid. “Deze winkel is een stukje verouderd. Om aan die eisen te kunnen voldoen, had ik echt tonnen moeten investeren. Dat is gewoon niet haalbaar.”
Een grote aderlating was ook de stop van de sigarettenverkoop in juli, samen met de daarbij behorende nevenverkoop. “Met al die wegvallende dingen bij elkaar wordt het wel makkelijker om de winkel te sluiten.”

Lees verder onder de foto ↓

"Voor mij is het niet meer dan normaal dat ik alles zo goed mogelijk afrond. Ik heb bijvoorbeeld het personeel allemaal voorzien van een andere baan"
Langeraar 2.jpg De supermarktondernemer met een van zijn medewerkers, Jelle Borst. Alle personeel heeft een andere baan.

Ons-kent-ons gevoel
Het laatste halfjaar daargelaten kijkt Van der Horst met warme gevoelens terug op zijn tijd in Langeraar. “Toen ik deze kans kreeg, heb ik wel aan Spar gevraagd: mag het in een dorpje? Daar kan ik betrokken zijn bij alles en dat vind ik wel leuk. Voetbal, tennis, de muziekvereniging, het dorpsleven. We hebben onlangs nog een braderie gehad. En dan gezellig met het personeel nog wat drinken. Dat ga ik zeker missen, het dorpse, het ons-kent-onsgevoel.” Van der Horst gaat in december beginnen bij Karwei in Weesp. “Nieuwe uitdaging, nieuwe kansen, ik heb er ontzettend veel zin in. Mijn vrouw zegt ‘Heerlijk, je komt maar lekker thuis’. Het scheelt of je zestig, zeventig uur in de week werkt of ‘slechts’ veertig”, zegt hij lachend. De betrokkenheid en de samenwerking met iedereen in het dorp is iets wat Van der Horst aan het hart ligt. Zo is hij jarenlang hoofdsponsor geweest van een tennistoernooi en stond hij altijd met een kraampje bij de avondvierdaagse. “Ik heb zelfs een jaar of zes terug het hele dorp voorzien van een ontbijtje”, herinnert hij zich. “Bij ieder huishouden hebben we, samen met het reisbureau en de bakker, aan de deurklink een tasje met een ontbijtje voor twee personen gehangen.” En twee jaar terug was er nog een spaaractie met de voetbalclub, waarbij Van der Horst op eigen initiatief voetbalplaatjes liet drukken die gespaard konden worden. “Spar vindt ook dat wij ons stinkende best hebben gedaan en komt ook tot de conclusie dat ze het niet beter zouden hebben gedaan. Dat geeft heel veel rust.”

Goed afronden
“Voor mij is het niet meer dan normaal dat ik alles zo goed mogelijk afrond. Ik heb bijvoorbeeld het personeel allemaal voorzien van een andere baan. En de sponsoring gaat allemaal naar Coop-ondernemer Rob Rehorst toe, in Nieuwveen. Hij neemt alles een-op-een over, alleen op de borden moet de naam veranderd worden. Rob is een gouden kerel, heeft vanaf het begin veel steun gegeven. En zo is het een win-winsituatie. Als ik over een jaar terugkom in het dorp, kunnen ze me niets verwijten.” Betrokkenheid is het sleutelwoord. “Zorg om je winkel draaiend te houden in een klein dorpje dat je betrokken bent bij de inwoners, de verenigingen, de activiteiten. Als ze daar tevreden over zijn, dan heb je ze ook binnen. Dat is sowieso goed voor de omzet, maar ook voor de goodwill. De omzet is natuurlijk heel belangrijk, buiten mijn kantoor is mijn personeel het belangrijkste. Dat heb ik steeds gezegd. Als zij het naar hun zin hebben, komt de rest vanzelf. Ik sluit het met een goed gevoel af.”

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.