20240527_113438.jpg Bij het distributiecentrum van Albert Heijn in Pijnacker is een laadplein met 18 laadpalen voor elektrische vrachtwagens in gebruik genomen. Foto: Lisa van der Linden/Levensmiddelenkrant

Albert Heijn zet volgende stap in energietransitie

DELFGAUW – Albert Heijn heeft het volgende stukje van de puzzel ‘energietransitie’ gelegd met de opening van een nieuw laadplein. Distributiecentrum Pijnacker is de plek waar de Zaanse formule verder werkt aan haar ambitie om volledig emissievrij te bevoorraden en te leveren.

Lisa van der Linden |

Die reis begon in 2017 met een eerste elektrisch voertuig, in samenwerking met Simon Loos. Inmiddels is dat aantal uitgebreid naar 80 voertuigen, waarbij ook de vervoerders Koninklijke Euser en Cornelissen zijn aangesloten.

Laden en lossen krijgt een hele andere betekenis bij Albert Heijn: het is namelijk niet alleen het laden van producten, maar ook het laden van de vrachtwagen. Klaar voor een nieuwe dag en route. Albert Heijn heeft op maandag 27 mei diverse partners samengebracht bij distributiecentrum Pijnacker, om daar te vertellen over de volgende stap naar emissievrij bevoorraden en leveren. Vervoerders, leveranciers, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, gemeenten en andere logistieke partners waren aanwezig. Het is een historisch moment voor Albert Heijn, want deze locatie leent zich – van alle AH dc’s – het best voor elektrisch rijden in verband met de randstedelijke ligging. Daarom is er een nieuw laadplein, bestaande uit 18 laadpalen, geopend. “Een derde van het transport dat vanuit hier vertrekt, is volledig elektrisch. Dat past helemaal in de ambitie van Albert Heijn: ‘Samen beter eten bereikbaar maken’. En daar sluit een schone manier van transport op aan”, vertelt Annemieke Sirre, directeur transport bij Albert Heijn.

Het wiel uitvinden
De formule is in 2017 voor het eerst de weg op gegaan met een elektrische vrachtwagen van Simon Loos, een van Albert Heijns vervoerders. Eind 2022 is het de Zaanse keten gelukt om in de vier grote binnensteden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) emissievrij te beleveren. En dat ging niet zonder slag of stoot, vertelt Sirre: “Je wil altijd sneller gaan dan dat het gaat. We hebben zelf moeten uitzoeken hoe en wat, want er is niemand die ons is voorgegaan. Daarom heeft Albert Heijn de samenwerking opgezocht met de vervoerders Simon Loos, Koninklijke Euser en Cornelissen Groep.”
Samen met die partijen is de supermarktketen begonnen aan de puzzel ‘energietransitie’. Naast vervoerders zijn ook leveranciers aangesloten, zodat niet alleen het bevoorraden en leveren vanuit Albert Heijn elektrisch gebeurt, maar dat ook de producten op een duurzame manier naar de dc’s worden vervoerd. Een van die leveranciers is Bakker Barendrecht, die verse groenten en fruit verzorgt voor Albert Heijn. Maarten van Hamburg, general manager bij Bakker Barendrecht, vertelt over de samenwerking met de grootgrutter. “De consument verwacht dat we duurzame keuzes maken. Ze willen kwalitatief verse producten, beschikbaarheid, betaalbaarheid én producten die duurzaam geteeld en gedistribueerd zijn. De samenwerking met Albert Heijn is daarom een continue stimulans om een sprong voorwaarts te maken. Dat doen wij door voldoende telers te hebben, die hun voetafdruk verlagen. Daarnaast hebben we grote elektrische vrachtwagens, waarin 50 pallets kunnen. We gaan dit samen met AH verder uitrollen. Dat kan ook alleen door een langetermijnsamenwerking en heldere doelen. We zetten nu echt stappen in scope 3, door samen een infrastructuur te bouwen, te verduurzamen en voorop te lopen. Om in de toekomst ook goede en betaalbare groenten en fruit te kunnen verkopen, is groene energie en dus een laadplein cruciaal”, vertelt Van Hamburg.

"Laadpleinen zijn echt cruciaal om onze ambitie waar te maken"

Wagenpark
Albert Heijn had eind vorig jaar 48 elektrische trucks rondrijden en het doel is dat dit er eind 2024 al 100 zijn: een ruime verdubbeling. Hoewel de focus voor elektrisch laden nu nog bij de dc’s in Pijnacker en Zaandam ligt, is Albert Heijn van plan om uit te breiden naar Zwolle en Tilburg. Daar kunnen vrachtwagens nu ook laden, maar op de standplaats van de vervoerder in plaats van op het terrein van AH. Daarnaast zal dit jaar een kwart van alle winkels één of meerdere keren per dag elektrisch worden beleverd. Daar waar elektrisch rijden nog geen optie is, bijvoorbeeld vanwege de lange afstand, wordt gekozen voor bio-lng, ook wel de transitiebrandstof genoemd door Albert Heijn. “Dit jaar gaan we in meer steden leveren met elektrische vrachtwagens. We zullen niet alleen de binnenstad van Rotterdam bereiken, maar heel de stad. En ook Delft, Leiden en Gouda komen erbij. Daarnaast volgen in het laatste kwartaal nog tien steden (Amersfoort, Assen, Nijmegen, Maastricht, Zwolle, Deventer, Tilburg, Dordrecht, Apeldoorn en Eindhoven, red.) en breiden we uit in Amsterdam. Dat betekent dat we eind 2024 in maar liefst 17 steden volledig elektrisch leveren”, blikt Sirre vooruit. Voor volgend jaar is het de planning om alle overige milieuzones te bereiken. Dit houdt in dat ook langere afstanden moeten worden gereden, zoals Groningen vanuit het dc in Zwolle en Maastricht vanuit het Tilburgse dc.

Operatie
Voor de chauffeurs van de vrachtwagens is er weinig veranderd: ze krijgen extra uitleg over bijvoorbeeld het plaatsen van de laadkabel en hoe om te gaan met alle nieuwe techniek in de wagen, maar verder kunnen zij rijden zoals voorheen. Alleen aan de operatiekant is er het een en ander veranderd. “De laadpleinen zijn cruciaal om onze ambitie waar te maken, maar we wilden graag de manier van laden zoveel mogelijk hetzelfde houden. Het is een grote puzzel: wanneer moet je de vrachtwagen laden?”, vertelt Rob Heesen, directeur business development & partnerships bij AH. Uiteindelijk is ervoor gekozen om de trucks ’s nachts op te laden, wat gemiddeld drie tot vier uur duurt met de laadpalen die 350 kilowattuur leveren. Sirre voegt toe: “We hebben iemand in dienst die ervoor zorgt dat de wagens niet de hele nacht aan de lader hangen. Als er eentje vol is, wordt er plaatsgemaakt voor een ander voertuig.”

"We betrekken ook onze leveranciers hierbij, zij mogen gebruikmaken van de opgewekte stroom van het windmolenpark"

Stroombehoeften
Albert Heijn heeft de afgelopen jaren 95% van de winkels van het gas afgehaald, de laatste winkels volgen nog. Hierdoor is de stroombehoefte verdubbeld en is er meer vraag gekomen naar groene energie. “We hebben gezocht naar een passend systeem, want de hoeveelheid groene energie die wij nodig hebben, is er nog niet. Samen met Eneco, onze energieleverancier, hebben we naar oplossingen gekeken. Eneco bouwt een nieuw windmolenpark op de Noordzee, 53 kilometer van de kust van IJmuiden. In 2027 gaat dat live, waar wij groene stroom van afnemen. Daarmee kunnen wij in de helft van onze stroombehoefte voorzien. Verder hebben we nog zonnepanelen op de dc’s en winkels. We betrekken ook onze leveranciers hierbij, zij mogen gebruikmaken van de opgewekte stroom van het windmolenpark. Zo zetten we weer stappen binnen scope 3”, vertelt Heesen. Hoewel dat allemaal positief klinkt, is het nog lastig om wind en zonne-energie te managen. Daarom wordt gekeken naar de inzet van batterijen, zodat energie kan worden opgeslagen als er veel beschikbaar is. Dat kan dan weer worden gebruikt als er juist minder groene stroom wordt opgewekt. “Dit maakt ook dat elektrisch rijden een heel ander verhaal is. Het rittenschema dat we hadden, kan de prullenbak in”, zegt Heesen.

Ambitie
Alannah van ’t Hoenderdaal, manager transport expertise bij AH, benadrukt dat Pijnacker de juiste plek is om te testen of ze op de juiste weg zitten met alle ontwikkelingen. “Hier kunnen we bewijzen dat het kan. We hebben 1000 winkels in totaal en werken met 20 vervoerders. Voor dit jaar is het doel om 100 elektrische wagens te laten rijden, waarbij veiligheid vooropstaat. Voor 2030 is het de ambitie om alle 1000 winkels te bevoorraden met elektrische voertuigen. Wat we hier vandaag hebben gedaan, is het fundament voor de komende jaren.” Heesen voegt toe: “We hebben over de hele wereld gekeken naar elektrisch bevoorraden, maar er is niets op deze schaal. We moesten het zelf wel neerzetten en hopelijk volgen andere bedrijven.”

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.